Hoofdstuk 8
Optionele apparatuur
Kleurenprofiel
Gebruik een kleurenprofiel om kleurbeheer uit te
voeren.
• [Kleurenprofiel] en [Afdrukdichtheid] kunnen niet
tegelijk worden gebruikt. (p. 3-24 "Afdrukdichtheid")
Selecteer het selectievakje [Kleurenprofiel] en klik op
[Details] om het dialoogvenster [Kleurenprofiel] weer te
geven.
■ Uitvoerprofiel
U kunt [Auto] of gelijk welk toegevoegd uitvoerprofiel
selecteren.
• Wanneer [Auto] wordt geselecteerd, wordt het
uitvoerprofiel automatisch geconfigureerd op
basis van de instellingen voor papiertype en
resolutie.
■ Opbouwprincipe
Gebruik een kleurconversiemethode om kleurvervanging
uit te voeren wanneer verschillende kleuren worden
uitgedrukt door combinaties van numerieke waarden.
Selecteer een van de vier verschillende
kleurconversiemethodes om de kleurvervanging uit te
voeren.
[Perceptueel]
Behoudt de visuele relatie tussen de kleuren, zodat de
kleuren er natuurlijk uitzien voor het menselijke oog.
• Deze methode is handig wanneer de beeldgegevens
veel kleuren buiten het gamma omvatten die niet
kunnen worden afgedrukt; dit is de meest geschikte
optie voor fotografische beelden.
[Verzadiging]
Produceert levendige kleuren in het beeld.
• Deze methode is het meest geschikt voor grafische
toepassingen zoals kaarten en grafieken, waar
heldere, verzadigde kleuren belangrijk zijn.
[Relatief colorimetrisch]
Vergelijkt de extreme hoge lichten van de bron-
kleurenruimte met die van de doel-kleurenruimte, en
converteert alle kleuren dienovereenkomstig. Kleuren
buiten het gamma worden geconverteerd naar de
dichtstbijzijnde reproduceerbare kleur in de doel-
kleurenruimte.
• Deze methode bewaart meer originele kleuren in een
beeld dan [Perceptueel].
8-50
[Absoluut colorimetris.]
Bewaart de kleuren die binnen het gamma liggen en
snijdt de kleuren buiten het gamma weg.
• Deze methode is met name interessant om een
voorbeeld te bekijken van de manier waarop de
papierkleur invloed heeft op de afgedrukte kleuren.
■ Maximaal aantal druppels
U kunt het maximale aantal druppels voor de inkt
handmatig instellen.
• Wanneer [Maximaal aantal druppels] is
ingesteld op [Auto], wordt het aantal druppels
automatisch geconfigureerd op basis van het
papiertype. Normaal wordt hier [Auto] gebruikt.
[Geavanc.]-tab
Voor meer informatie over elk instelitem raadpleegt
u "[Geavanc.]-tab" (p. 3-28) in "Afdrukken".
• De instellingen [Programma] en [Detectie lege
pagina] zijn niet beschikbaar met het PostScript-
printerstuurprogramma.
• [Kleurenprofiel] wordt niet weergegeven in het
[Versie]-scherm van het PostScript-
printerstuurprogramma.
Formulier-overlay
U kunt een formulier dat op de machine is
geregistreerd, selecteren en bovenop de
uitvoergegevens plaatsen.
Selecteer het selectievakje [Formulier-overlay] en klik op
[Details] om het dialoogvenster [Formulier-overlay] weer
te geven. Configureer de instellingen om het formulier op
te leggen.
Uitvoergegevens
Formulier
ComColor GD serie Gebruikershandleiding
Afgedrukt
resultaat.