Hoofdstuk 3
Afdrukken
Printerconfiguratie
Normaal kunt u op [Printergeg. ophal.] klikken om
de configuratie-informatie van de optionele
uitrusting automatisch van de printer te verkrijgen.
Deze informatie wordt verkregen van de machine
die weergegeven is bij [Printerconfiguratie]. De
verkregen informatie kan ook handmatig worden
gewijzigd.
• De op het scherm weergegeven informatie is
afhankelijk van de aangesloten optionele
uitrusting.
■ Printerconfiguratie automatisch
configureren
Selecteer [Printergeg. ophal.] en klik op [Toepassen] om
de configuratie-informatie van de optionele uitrusting van
de printer te verkrijgen en weer te geven bij
[Printerconfiguratie].
• [Lengte-eenheid], [Stnd. pap.type "Willek."] en
[Externe systeemlink] worden niet automatisch
geconfigureerd.
■ Printerconfiguratie handmatig
configureren
U kunt de configuratie van de optionele uitrusting die u
van de printer verkrijgt, wijzigen.
Geef de volgende instellingen handmatig op:
[Papierinvoer]
Selecteer het type doorvoer dat met deze machine is
verbonden.
[Afwerkeenheid]
Selecteer het type afwerkeenheid dat met deze machine
is verbonden.
[Offset nietmachine]
Selecteer of er een offset nietmachine is.
[Lengte-eenheid]
Selecteer of de lengte moet worden weergegeven in
[mm] of [inch].
[Stnd. pap.type "Willek."]
Selecteer het papiertype dat moet worden gebruikt
wanneer [Papiertype] in de [Basis]-tab op het scherm van
het printerstuurprogramma is ingesteld op [Willekeurig].
[Externe systeemlink]
Zet deze optie op [ON] om een externe systeemlink in te
schakelen, en op [OFF] om deze uit te schakelen.
3-32
• De machine verandert het kleurenprofiel
volgens het papiertype. (p. 3-12 "Papiertype")
Ook wanneer het papier niet is opgegeven,
moet u, om met een geschikt kleurenprofiel te
kunnen afdrukken, het papiertype configureren
bij [Stnd. pap.type "Willekeurig"]. Maak uw
keuze op basis van de aanbeveling van de
beheerder.
Aangepast pap.formaat
Registreer tot 99 niet-standaard papierformaten.
De hier geregistreerde formaten worden
weergegeven bij [Origineelformaat] en
[Papierformaat].
■ Papierformaat automatisch
configureren
U kunt deze optie gebruiken wanneer het papierformaat
reeds in de printer is geregistreerd.
1
Klik op [Aangepast pap.formaat].
Het dialoogvenster [Aangepast pap.formaat] wordt
weergegeven.
2
Klik op [Printergeg. ophal.].
De informatie van het in de printer geregistreerde
papierformaat wordt weergegeven.
3
Klik op [Sluiten].
De informatie van het papierformaat wordt
opgeslagen.
ComColor GD serie Gebruikershandleiding