Hoofdstuk 3
Afdrukken
[Beeld]-tab
Origineeltype
Selecteer of u voorrang geeft aan de beeldkwaliteit
van foto's of tekst in originelen.
[Fotomodus]
Deze optie verwerkt beeldgegevens met meer natuurlijke
kleuren.
[Lijnmodus]
Deze optie geeft tekst en illustraties extra scherp weer.
• Als de [Kleurmodus] [Zwart] [Cyaan] of
[Magenta] is, wordt [Fotomodus] geselecteerd.
U kunt deze instelling niet wijzigen.
Afdrukdichtheid
Geef de afdrukdichtheid op.
[-3] (licht), [-2], [-1], [±0 (Standaard)], [+1], [+2],
[+3] (donker)
3-24
Beeldkwaliteit
Specificeer de beeldresolutie.
[Standaard]
Geschikt voor documenten en andere originelen met
tekst.
[Fijn]
Deze optie is geschikt voor foto's en gelijkaardige
originelen.
[Concept]
Met deze optie wordt er minder inkt gebruikt tijdens het
afdrukken. Wanneer minder inkt wordt gebruikt, wordt de
afdrukdichtheid verminderd en worden neutrale kleuren
ongelijkmatig.
[Gegevenscompressie]
Gebruik deze optie om voorrang te geven aan de
communicatiesnelheid van het netwerk in plaats van aan
de kwaliteit. Wanneer de bestandsgrootte van de
afdrukgegevens kleiner wordt, worden neutrale kleuren
ongelijkmatig.
[Hoog chromogenisch]
Gebruik deze optie om af te drukken in levendige
kleuren.
[CMY-afdrukken]
De afdruk wordt gemaakt zonder zwart inkt te gebruiken.
Hierdoor verbetert de vasthechting van de afdruk en gaat
de inkt niet af op andere materialen.
• Het afdrukken duurt langer als u [Fijn]
selecteert.
• [Afb. envel. verbeter.] kan niet worden
geconfigureerd wanneer [Concept] of
[Gegevenscompressie] wordt ingesteld. (p. 3-27
"Afb. envel. verbeter.")
Lijnvloeiing
Deze functie vormt een aanvulling op de
tussenkleuren van tekeningen en
achtergrondkleuren in secties met omtreklijnen van
tekst of illustraties (lijnen), om de omtreklijnen
vloeiender te maken.
U kunt een of twee verschillende
beeldverwerkingstypes selecteren.
ComColor GD serie Gebruikershandleiding