RUITEN REINIGEN
RUITENWISSERS/-SPROEIERS
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand ON staat.
De rechter hendel kan in vijf verschillen-
de standen worden gezet fig. 70:
A: ruitenwissers uitgeschakeld
B: wissen met interval.
Draai als de hendel in stand B staat, de
draaiknop F in een van de vier interval-
standen:
,
= zeer lang interval
-- = lang interval
--- = gemiddeld interval
---- = kort interval
C: langzaam continu wissen;
D: snel continu wissen;
E: tijdelijk snel wissen (onvergrendelde
stand).
fig. 70
In stand E werken de ruitenwissers, zo-
lang u de hendel met de hand in deze stand
houdt. Als u de hendel loslaat, springt de-
ze direct weer in stand A en schakelen de
ruitenwissers automatisch uit.
BELANGRIJK Vervang de wisserbladen
volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk
"Onderhoud en zorg".
fig. 71
Gebruik de ruitenwissers niet
om opgehoopte sneeuw of ijs
van de voorruit te verwijde-
ren. In die omstandigheden
grijpt, als de ruitenwissers te zwaar
worden belast, de beveiliging in, die er-
voor zorgt dat de ruitenwissers enkele
seconden worden uitgeschakeld. Als
hierna de werking niet wordt hervat,
wendt u dan tot de Fiat-dealer.
F0N0038m
"Intelligente wis-/wasregeling"
Als u de hendel naar het stuur trekt (on-
vergrendelde stand), schakelen de ruiten-
sproeiers in fig. 71.
Als u de hendel langer dan een halve se-
conde aangetrokken houdt, dan worden
in een beweging de ruitenwissers/-sproei-
ers ingeschakeld.
Als u de hendel loslaat, maken de ruiten-
wissers nog 4 slagen.
Na 5 seconden volgt nog een extra reinigings-
slag.
F0N0039m
77