ATTENTIE
De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per onge-
luk remvloeistof wordt gemorst, moe-
ten de betreffende delen onmiddellijk
worden gewassen met water en neu-
trale zeep en daarna met veel water
worden afgespoeld. Bij inslikken dient
onmiddellijk een arts te worden ge-
raadpleegd.
ATTENTIE
π op het re-
Het symbool
servoir geeft aan dat synthe-
tische remvloeistof en geen minerale
vloeistof moet worden gebruikt. Het
gebruik van minerale vloeistoffen
moet absoluut worden vermeden,
omdat de rubbers in het remsysteem
door deze vloeistoffen worden be-
schadigd.
fig. 10
OLIE VAN DE
STUURBEKRACHTIGING fig. 10
Controleer of de olie van de stuurbe-
krachtiging nog op het maximale niveau
staat. De controle moet worden uitge-
voerd als de auto op een vlakke onder-
grond staat en bij een stilstaande koude
motor. Controleer of het niveau nabij het
MAX-merkteken op de peilstok staat. De
peilstok is vast met de dop van het reser-
voir verbonden (gebruik voor de contro-
le bij een koude motor het aangegeven ni-
veau op de zijde 20 °C van de peilstok).
Als het vloeistofniveau lager is dan voor-
geschreven, vul dan bij met een van de
producten uit de tabel "Vloeistoffen en
smeermiddelen" in het hoofdstuk "Tech-
nische gegevens". Vul als volgt bij:
❒ Start de motor en wacht tot het ni-
veau van de vloeistof in het reservoir
stabiliseert.
❒ Draai bij draaiende motor het stuur-
F0N0109m
wiel een aantal malen naar uiterst
rechts en uiterst links.
❒ Vul olie bij, totdat het niveau nabij het
MAX-merkteken staat en monteer de
dop.
ATTENTIE
Voorkom dat de olie van de
stuurbekrachtiging in con-
tact komt met warme delen van de
motor: de olie is licht ontvlambaar.
201