fig. 13
fig. 14
❒ controleer of de schakelaar D-fig. 13
van de compressor in stand 0 (uitge-
schakeld) staat, start de motor, steek
de stekker E-fig. 14 in de dichtstbij-
zijnde contactdoos en schakel de com-
pressor in door schakelaar D-fig. 13 in
stand I (ingeschakeld) te zetten. Pomp
de band op tot een druk van 4 bar.
166
Controleer de bandenspanning op de
manometer F-fig. 13. Voor een nauw-
keurige aflezing moet de compressor
worden uitgeschakeld;
❒ als u er niet in slaagt binnen 5 minuten
de bandenspanning op ten minste 3
bar te krijgen, koppel dan de com-
pressor los van het ventiel en de con-
tactdoos en verplaats vervolgens de
auto ongeveer 10 meter naar voren,
F0N0180m
zodat de afdichtvloeistof in de band
verdeeld wordt; pomp de band ver-
volgens weer op;
❒ als u er ook dan niet in slaagt om, bin-
nen 10 minuten na inschakeling van de
compressor, de spanning op ten min-
ste 3 bar te brengen, mag niet verder
worden gereden, omdat de band te
erg beschadigd is en de reparatieset de
vereiste wegligging niet kan garande-
ren; wendt u tot de Fiat-dealer;
F0N0182m
❒ als de band is opgepompt tot een druk
van 4 bar, vertrek dan onmiddellijk;
ATTENTIE
Plaats de sticker op een voor
de bestuurder goed zichtba-
re plaats om aan te geven dat de
band behandeld is met de snelle ban-
denreparatieset. Rijd voorzichtig
vooral in bochten. Rijd niet harder
dan 80 km/h. Vermijd bruusk accele-
reren en remmen.
❒ stop na ongeveer 10 minuten en con-
troleer opnieuw de bandenspanning;
vergeet niet de handrem aan te
trekken;
ATTENTIE
Als de bandenspanning on-
der 3 bar is gedaald, mag
niet verder worden gereden: de snel-
le reparatieset Fix & Go automatic
kan de vereiste wegligging niet ga-
randeren omdat de band te erg be-
schadigd is. Wendt u tot de Fiat-
dealer.