De handmatige scherpstelling instellen
1 Druk herhaaldelijk op FOCUS om 9 te selecteren.
De balk voor handmatig scherpstellen wordt weergegeven.
VGA
P
Randen Laag
2
5
10
90cm
VERPL. OK
2 Stel de balk in op de gewenste afstand met b/B op de regeltoets.
• Als 9 knippert, betekent dit dat het einde van het instelbereik van de scherpstelling is bereikt.
• Als u de functie voor beeldvergroting bij scherpstelling (pagina 59) wilt gebruiken, wordt het beeld op
het scherm twee keer vergroot zodat u gemakkelijk kunt scherpstellen (de standaardinstelling).
3 Druk op z. De kleur van de aanduiding 9 wordt gewijzigd van geel in wit. Druk nog een keer
op z om opnieuw in te stellen.
• De informatie over de ingestelde afstand bij handmatige scherpstelling is slechts bij benadering. Als u de
lens op en neer beweegt, wordt de fout vergroot.
• De afstandskeuze wordt beperkt door de zoomvergroting of de instelling voor [Conversielens].
• Als u een scherpstellingsmethode wijzigt, wordt de ingestelde afstand van handmatig scherpstellen
gewist.
z De randen verscherpen van het onderwerp waarop wordt scherpgesteld (verscherpen)
De randen van het onderwerp op het scherm worden verscherpt met blauw zodat u gemakkelijker kunt
scherpstellen.
Stel het verscherpingsniveau in met v/V op de regeltoets terwijl u handmatig scherpstelt.
Randen Hoog
Randen Laag
Randen Uit
NL
36
Verscherpingsniveau
FINE
98
Balk voor handmatig
scherpstellen
Scherpstelbereik van 2 tot en
met 90 cm:
Scherpstelbereik van 90 cm
tot en met
Aanduiding voor scherpstellen
(geel: aan te passen/wit: vastgelegd)
Het verscherpingsniveau wordt op hoog ingesteld.
Het verscherpingsniveau wordt op laag ingesteld.
De verscherpingsfunctie wordt niet gebruikt.
:
(
: de standaardinstelling)