Download Print deze pagina

Sony Cyber-shot DSC-H2 Gebruiksaanwijzing pagina 150

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

• De combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd kan niet worden gewijzigd als de sluiterknop half wordt
ingedrukt.
• Als de helderheid verandert, worden de diafragmawaarde en sluitertijd ook gewijzigd, waarbij dezelfde
verhouding behouden blijft.
• Het is mogelijk dat de combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd niet kan worden gewijzigd,
afhankelijk van de opnameomstandigheden.
• De Program Shift-functie wordt geannuleerd als de instelling van de flitsfunctie wordt gewijzigd.
• De Program Shift-functie wordt geannuleerd als de modusknop op een andere functie dan P wordt gezet
of als de camera wordt uitgeschakeld.
Opnemen met
sluitertijdvoorkeur
U kunt de sluitertijd handmatig aanpassen.
1 Selecteer een sluitertijd met de instelknop (pagina 28).
U kunt de sluitertijd instellen tussen 1/1000 en 30 seconden.
2 Neem het beeld op.
• Sluitertijden van één seconde of langer worden weergegeven met ["], bijvoorbeeld: 1".
• Als u een langere sluitertijd instelt, kunt u het beste een statief gebruiken om de invloed van trillingen te
voorkomen.
• Als u een lange sluitertijd instelt, duurt het langer om de beeldgegevens te verwerken.
• Als u bepaalde sluitertijden* kiest, wordt automatisch de NR lange-sluitertijdfunctie ingeschakeld om
beeldruis te beperken en wordt "NR" weergegeven.
* Als [ISO] is ingesteld op [Autom.], [80] tot en met [200]: 1/6 seconde of langer
Als [ISO] is ingesteld op [400] tot en met [1000]: 1/25 seconde of langer
• Als na het instellen het juiste belichtingsniveau niet wordt verkregen, gaan de aanduidingen voor de
instelwaarden op het scherm knipperen als u de sluiterknop half indrukt. Opnemen in deze
lichtomstandigheden is mogelijk, maar u kunt het beste de instelwaarden van de flitser nogmaals
aanpassen.
• De flitser is ingesteld op
• De hoeveelheid flitslicht kan onvoldoende zijn als u de flitser gebruikt bij een korte sluitertijd.
Opnemen met
diafragmavoorkeur
U kunt handmatig instellen hoeveel licht er door de lens komt.
1 Selecteer een diafragmawaarde met de instelknop (pagina 28).
– Als de zoomfunctie in de uiterste groothoekstand (W-kant) staat, kunt u een diafragmawaarde van
F2,8 tot F8,0 instellen.
– Als de zoomfunctie in de uiterste telefotostand (T-kant) staat, kunt u een diafragmawaarde van F3,7
tot F8,0 instellen.
2 Neem het beeld op.
• De sluitertijd wordt automatisch ingesteld tussen 1/1000 en 8 seconden. Wanneer u een diafragmawaarde
van F5,6 of hoger instelt, is de kleinste waarde van de sluitertijd 1/2000 seconde.
• Als na het instellen het juiste belichtingsniveau niet wordt verkregen, gaan de aanduidingen voor de
instelwaarden knipperen als u de sluiterknop half indrukt. Opnemen in deze lichtomstandigheden is
mogelijk, maar u kunt het beste de instelwaarden van de flitser nogmaals aanpassen.
• De flitser is ingesteld op
uitgeschakeld).
NL
32
P
S
(altijd flitsen ingeschakeld) of
P
S
(altijd flitsen ingeschakeld),
A
M
(altijd flitsen uitgeschakeld).
A
M
SL
(langzame synchro) of
(altijd flitsen

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cyber-shot dsc-h5