SA 07.2 – SA 16.2/SAR 07.2 – SAR 16.2 Meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
AC 01.2 Non-intrusive
10.3.2
Motorbeveiliging (thermische bewaking)
1.
Inbusboutjes [1] losdraaien en stekker [2] losnemen.
2.
Zekeringhouder [3] uit rondstekker trekken, zekeringdeksel openen en oude
zekeringen door nieuwe zekeringen vervangen.
Zekeringen F3/F4 controleren/vervangen
1.
Inbusboutjes [1] losdraaien en deksel [2] op de achterzijde van de besturingseen-
heid openen.
Op de voedingsprintplaat bevinden zich meetpunten (soldeerpins) waarmee
een weerstandsmeting (doorgangscontrole) kan worden uitgevoerd:
Controle van
F3
F4
2.
Om defecte zekeringen te vervangen: voedingsprintplaat [3] losdraaien en
voorzichtig naar buiten trekken. (De zekeringen bevinden zich op de ingerichte
zijde van de voedingsprintplaat).
Beschadiging van kabels door inklemmen!
Functiestoringen mogelijk.
Voedingsprintplaat voorzichtig inbouwen om geen kabels in te klemmen.
Ter bescherming tegen oververhitting en ontoelaatbaar hoge oppervlaktetemperaturen
van de aandrijving zijn in de motorwikkelingen PTC-weerstanden of thermoknopen
geïntegreerd. De motorbeveiliging wordt aangesproken zodra de maximaal toelaatbare
temperatuur van de wikkelingen is bereikt.
Verhelpen van storingen
Meetpunten
MTP5 – MTP6
MTP7 – MTP8
57