SA 07.2 – SA 16.2/SAR 07.2 – SAR 16.2 Meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
AC 01.2 Non-intrusive
5.
Elektrische aansluiting
5.1
Essentiële aanwijzingen
Schakelschema/aansluit-
schema
Toelaatbare netstelsels
(voedingsnetwerken)
Beveiliging door de
klant/contractor te ver-
zorgen
Gevaar bij een verkeerde elektrische aansluiting
Indien de waarschuwing in de wind wordt geslagen, kan de dood, zwaar lichamelijk
letsel of materiële schade het gevolg zijn.
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden
uitgevoerd.
Neem vóór het aansluiten de essentiële aanwijzingen in dit hoofdstuk door.
Na het aansluiten, maar vóór het inschakelen van de voedingsspanning, eerst
de hoofdstukken <Inbedrijfname> en <Proefdraaien> lezen.
Het bijbehorende schakel-/aansluitschema (in de Duitse en Engelse taal) wordt bij
de uitlevering samen met deze bedieningsinstructies in een weerbestendige tas aan
het toestel bevestigd. Indien het schema niet meer beschikbaar is, kan het onder
vermelding van het commissienummer (zie typeplaatje) worden opgevraagd, of direct
van het internet (http://www.auma.com) worden gedownload.
De besturingseenheden (aandrijvingen) zijn voor de toepassing binnen TN- en
TT-voedingsnetwerken met rechtstreeks geaard sterpunt voor nominale spanningen
tot maximaal 690 V AC geschikt. De toepassing binnen een IT-netwerk is onder
restrictie van de desbetreffende, door de klant/contractor te verzorgen, beveiliging
voor nominale spanningen tot maximaal 600 V AC toelaatbaar.
Als beveiliging tegen kortsluiting en voor het vrijschakelen van de aandrijving zijn,
door de klant/contractor te verzorgen, zekeringen en lastscheiders noodzakelijk.
De stroomwaarden voor de bepaling van de groottes worden bepaald door de som
van het stroomverbruik van de motor (zie elektrische gegevensblad) en van het
stroomverbruik van de besturingseenheid.
Tabel 4:
Stroomverbruik besturing
Voedingsspanning
Toelaatbare fluctuatie in de voedingsspanning
100 tot 120 V AC
208 tot 240 V AC
380 tot 500 V AC
515 tot 690 V AC
Tabel 5:
Maximaal toelaatbare zekering
Motorsturing
Magneetschakelaar A1
Magneetschakelaar A2
Magneetschakelaar A3
Thyristor
Thyristor
Thyristor
Indien de besturingseenheid los van de aandrijving wordt gemonteerd
(besturingseenheid op wandbeugel): rekening houden met de lengte en doorsnede
van de aansluitkabel bij het bepalen van de beveiliging (zekering).
Bij toepassing binnen een IT-netwerk geschikte, gekeurde isolatiebewakingsrelais
gebruiken: bijvoorbeeld isolatiebewakingsrelais op basis van een
(im)pulscode-meetmethode.
Max. stroomverbuik
±10 %
750 mA
400 mA
250 mA
200 mA
Nominaal vermogen
tot 1,5 kW
tot 7,5 kW
tot 11 kW
tot 1,5 kW
tot 3 kW
tot 5,5 kW
Elektrische aansluiting
–30 %
1.200 mA
750 mA
400 mA
400 mA
Max. zekering
16 A (gL/gG)
32 A (gL/gG)
63 A (gL/gG)
16 A (g/R) I²t<1 500A²s
32 A (g/R) I²t<1 500A²s
63 A (g/R) I²t<5 000A²s
19