Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Electrische Installatie - DAF 1300 D Series Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

ELECTRISCHE
Accu
De accu moet
minstens
iedere
maand
gecontroleerd
worden.
De
vloeistof
(electrolyt) moet
altild
even
boven
de
platen staan.
ls het
niveau
gezakt,
dan
moet men
uitsluitend
bilvullen
met
gedestilleerd
water. Polen
en
poolklemmen
van de accu
moet
men
steeds
goed
schoon
en
vrij
van
oxydatie houden.
Vet
ze
in
met
vase-
line.
De
buitenzijde
van
de
accu
en
speciaal
de
bovenzijde
moet
geheel
schoon
en
vetvrij
gehouden
worden.
Maak
de
luchtgaatjes
in de
vuldoppen
vrij
door ze
met
een
ijzerdraadje door
te
steken.
Het
verdient
aanbeveling
de
toe-
stand
van
de
accu van
tijd tot tijd
te
controleren
door het
s,g.
van
het
zuur
te
meten.
Het s.g.
zal
stijgen
tijdens
het
laden
en
dalen tijdens
de
ontlad
ing.
De
volgende gegevens kunnen
wor-
den
aangehouden:
Volledig
geladen
1
,28-
1,30; half
ont-
laden
+
1
,21
;
beneden
1,15
accu
geheel
ontladen. Deze
cijfers
zijn
van
toepassing
bij
een
temperatuur
van
het
zuur
van
15'
C,
Bij
hogere
tem-
peraturen
moet het s.g.
verhoogd
worden
met 0,002
per
3o
C.
en
bij
lagere
temperatu
ren
met
0,002
per
3o
C
verlaagd
worden.
De
a{le
zing moet
voor de
verschillen-
de
cellen
ongeveer
geli,ik zijn,
Indien
één der
cellen
een
zeer
grote
af-
wijking
ten
opzichte
van
de
andere
vertoont, kan
dit
op
verlies
van
zuur
door
lekkage
of
inwendige
slu
iting
wijzen. Wanneer
het
zu
u
r
gewogen
wordt
moet
gelilktild
ig
gecontroteerd
worden
of
de
hoeveelheid
die
in
de
celtester
wordt
opgezogen,
schoon
is.
Vu
i
I
zuur kan worden
veroorzaa
kt
door
een
slechte
conditie
der
platen.
De
accu
zal
dan
spoedig
vervangen
40
INSTALLATIE
moeten
worden.
Laat
Uw
accu
nooit
ongebru
ikt
staan
in
ontladen toestand. Laat
voordat
de
accu wordt
weggezet,
deze
volled
ig
laden,
dan
lang
zaam
ontladen
(b.u.
met 15
W
lampje)
en
daarna
weer
lang
zaam laden
(10
Arp.).
Na
deze
procedu
re
is het
voldoende
de
accu eens
per
3
maanden
bij
te
laden,
Op
deze wijze wordt
voor-
komen,
dat
de
platen gaan
sulfateren.
Dynamo
en
startmotor
De
dynamo moet
op
geregelde
tijden
gecontroleerd
worden teneinde
een
goede werking
te
verzekeren.
Ver-
schillende
{actoren
zijn van
invloed
op
de
service-periode zoals
stof,
vuil
en
hoge
rijsnelheden.
Onder
norma le
omstandigheden
echter
is
een
32,000
km
controle
voldoende.
1
,
Bedrading. Controleer
de
bedra-
ding en
de
isolatie
op
breuk
of
beschadiging
en zorg dat alle
aan-
sluitingen schoon
zijn en
goed
vast
zitten.
2.
Collector.
Een
vuile collector
kan
schoongemaakt
worden
door
er
gedurende
het
draaien
een
stukje
liln
schuurlinnen tegen
te
houden.
Blaas
h
ierna
het
zand
u
it
de
dy-
namo.
In
plaats
van
schuurlinnen
kan men
ook een
lapje
gedrenkt
in
benzine gebruiken.
Men
moet
de
motor dan
echter
met
de
hand
d
raa
ien
.
3.
Borstels. Controleer
of de
bor-
stels
vrij in de
houders
kunnen
bewegen. Wanneer
de
borstels
zo
ver
versleten zijn
dat
de
borstel-
kabel bilna tegen
de
borstelhouder
aanligt,
moeten
de
borstels
ver-
vangen
worden.
Indien
de
dynamo
na
deze
controle
nog
onvoldoende
werkt
d
ient
men
dynamo
en
regelaar
door een
specia-
list
te
laten
testen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave