Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

DAF 1300 D Series Instructieboekje pagina 37

Inhoudsopgave

Advertenties

ende
beweging
en
trap
op
het
rem-
pedaal teneinde
de
remschoenen
in
de
trommel
te
centreren.
4.
Stel
de
remschoenen
af
zoals
be-
schreven
voor de
voorwielrem,
5.
Bevestig
de
remstangen
weer
aan
de
remcilinderhelbomen,
Het
is
normaal gesproken
onnodig
de
handrem
blj te
stellen.
Mocht de
vrije
slag echter
te groot
worden,
dan
moet men
als volgt
te
werk
gaan.
Verwijder
de
onderste sto{plaat (drie
boutjes
S)
en
draai
de
excentrische
stelbout
(met
vierkante
kop)
aan
tot
de
speling
normaa
I
is.
Blilft
deze
ech-
ter te groot dan
kan men
de
bovenste
stofplaat verwijderen
en de
tweede
stelbout aandraaien,
tot
de juiste
spe-
ling
verkregen
is.
Afb.
25.
Afstelling DAF
achterrem
Ontluchten
Indien
enig deel
van
het
remsysteem
gedemonteerd
is
geweest,
of
indien
gereden
is
met
te
weinig
remvloeistof,
is het
noodzakelilk
het
remsysteem
te
ontluchten.
Schuif
een
rubber
slangetje
op
de
ontluchtingsnippel
van
de
hoofdrem-
cilinder
en
dompel
het
andere
einde
in
een
gedeeltelilk
met
verse
rem-
vloeisto{
gevuld glazen
potje,
Draai
nu
met een
sleutel
de
nippel
eén
sf
ag
los.
Pomp
met
lang
zame
slagen
met
het
rempedaal
tot
er
geen
lucht-
bellen
meer
in
het
glazen
potje
op-
stijgen.
Zet. de
ontluchtingsnippel
weer
vast tijdens
een
neergaande
be-
weging
van
het
rempedaal.
Herhaal
dezelfde
handeling
bij de
rembe-
krachtiger
en
de
wielen.
Het is
belangrijk tijdens
het
ontluch-
ten van
de
remmen
het
vloeisto{peil
in
het
voorraadtan
kle
te
controleren
en
zonodig
bij te
vullen.
Hierdoor voorkomt men
dat
oPnieuw
lucht
in
het
systeem
wordt
gePomPt,
waardoor
nogmaals
ontlucht zou
moe-
ten
worden.
De
remvloeistof
,
d
ie
u
it
het
systeem
gevloeid
is,
kan
niet
direct
gebruikt
worden
voor
het
bilvullen
van
het
voorraadta
n
kle.
Deze vloeistof bevat
te veel
lucht
en
dient
een uur
of
twee
te
staan,
al-
vorens
zij
veilig weer
gebruikt
kan
worden,
Gooi vuile
remvloeistof
w€g,
deze
kan sliltage
veroorzaken.
Rembekrachtiger
Deze
dient
om
de
druk welke
door
de
remvloeisto{
wordt
uitgeoefend,
te
vergroten.
Er
dient
echter
rekening
mee gehouden
te
worden,
dat
indien
er
onvoldoende vacuum resp.
lucht-
d
ru
k
in
de
ta
n
k
is deze
rembekrachti-
ger
alleen
werkt
als
de
motor
draait.
Bij
vacuumbekrachtígíng
kan
men
nog
remmen
met
stilstaande
motor,
indien het
rempedaal
met
meer kracht
wordt
ingetrapt.
Bij
luchtdrukbekrach-
tiging
is
dit
echter niet
mogelilk.
Controleer geregeld
de
leídingerì
van
de
rembekrachtiger
op
lekken.
Smeer de vacuum-bekrachtiger van
de
trekkers iedere
32.000
km met
maxi-
mum
25
cc
remvloeistof.
Lu
chtdrukbe krachtig
i
n
g
Wanneer
de
remmen
met
luchtdruk
bekrachtigd
worden
,
zijn
in de
leiding
tussen
compressor
en
tank
nog
een
bandenvulfles
met
olie- en
wateraf-
scheider
en
een
vorstbeveiliger
ge-
monteerd
(zie
afb.
12).
37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave