Inhoudsopgave
Advertenties
RIJDEN
Tildens
het rijden met
de
wagen
is het
zeer belangrijk,
dat de
gedragingen
van
de
motor
regelmatig gecontroleerd
worden
aan
de
hand
van
de
meetinstrumenten
op het
instrumentenbord
en
het geluid
dat
de
motor
maakt
en
tevens
aan
de
kleur van
de
uitlaatgassen,
OLIEDRUK
Controle
van de
smering
van
een
in
werking zijnde motor
is
zeer belang.
rijk
en
dient
daarom geregeld'
te
ge-
sch
ieden.
Zodra
geconstateerd wordt,
dat
de
oliedruk wegvalt
(het
groene
waarschuwingslampje
gaat
branden)
is het van het
g
rootste belang
de
motor
direct
te
stoppen.
KOE
LWATER.
TEM
PERATU
U R
De
temperatuur
van het
koelwater
is
zeer
belangrijk
voor het
goed
func-
tioneren
van
de
motor.
Een
motor
mag
niet te warm
worden,
doch
evenmin
te
koud
blilven.
De
normale
bedrij{stemperatuur
van
de
d
ieselmotor
van Uw
DAF
wagen
is
74"
C.
Geregelde controle van
de
koelwater-
temperatuur
op de
motor
is
nood-
za ke
lil
k.
Bij een
te
hoge
temperatuur
is
het
smerend vermogen
van
de olie
ge-
ringer dan
bij
lage temperatuur,
met
het
gevolg
van
verhoogde
cilinder-
sliltage.
Ook
kan een
te
hoge
koelwatertem-
peratuur aanleiding geven
tot
ver-
stuiver
moeililkheden.
Bij een
te
lage temperatuur is
de
olie
erg
dik,
waardoor
er
niet
voldoende
opspat om
een
goede smering van
de
cilinderwand
te
verkrijgen
en
het
brandstofverbruik
is
bovendien
hoger.
Wanneer
een motor
koud gestart
is,
moet
men dus trachten
de
koelwater-
temperatuur
en dien ten gevolge
ook
20
de
smering
zo
snel
mogelilk
op
een
normaal
peil te
brengen.
Dit
doet
men
het
beste,
door
de
motor, zodra
deze
behoorlilk
door
bliift
lopen,
op
een
gemiddeld toerental
en
en
ige
belas-
ting
te
laten
werken. Men
kan
dit
be-
reiken door
op
een lage
versnelling
voorzichtig
weg
te
rijden, totdat
een
temperatu
u
r
van
ongeveer
50"
C
is
bereikt, waarna men
op
normale
be-
lasting kan
overgaan.
De
thermostaat
zorgt
ook voor
een
zo snel
mogelilk bereiken
van
de
juiste
werktemperatuur,
daar
deze
verhindert, zolang
de
normale
werk-
temperatuur
niet
is
bereikt,
dat
het
koelwater
uit de motor naar
de
radiator
kan stromen.
Dit
water
wordt
dan door een
omloopkanaal
weer
naar
de
inlaatzijde
van de
waterpomp
teruggevoerd
.
Zodra
de
temperatu
u
r
een
bepaa
lde
waa
rde
heef
t
bereikt,
begint
de
thermostaat
te
openen,
waardoor
de
omloopleiding wordt
af-
gesloten
en
geli.iktijd
ig het
kanaa
I
naa
r
de
rad
iator
geopend
wordt.
De
rolhoes,
die
gemonteerd
is
direct
voor de
radiator
en
bediend
kan
worden
met
de
ketting onder
het
instrumentenbord, dient
eveneens
voor
het
regelen
van
de
temperatuur
van
het
koelwater.
Vooral
bi.;
koud
weer
wordt het zo snel
mogelilk
op
tempe-
ratuur
brengen
vah
de
motor
bevor-
derd
door
de
rolhoes geheel
op
te
trekken.
Tildens
het rijden
is een voortdurende
controle van
de
koelwatertemperatuur
en het
regelen van deze met
behu lp
Advertenties
Inhoudsopgave
