ffi,;:
{,
Reinheid
van
de
brandstof
Voor
een goede werking van
de
die-
selmotor
is
goede kwaliteit
en
rein-
heid van
de
brandsto{
een
eerste
vereiste.
Gebruik geen
brandstof
uit een
vat
dat
een
tijd
open hee{t
gestaan
en
waarin
zich
dus zeker
water en
stof
bevinden.
Gooi
liever een paar
liter
brandstof
weg,
da
n
het
risico
te
ne-
men
van
bedrijfsstoringen
ten
gevolge
van
verontreinigingen,
Brandstoftank
Tup
de tank
iedere
32.000
km a{
en
reinig tegelilkertijd
de
bodem
zee{,
Afb.
1ó.
Brandstofgroffilter
Filters
Het grof{ilter
is
direct
naast
de
tank
gebouwd
en
moet
iedere
80C0
km
gereínigd worden,
Door bout
(1)
los
te
draaien
kan
de
kolf
(2)
afgenomen
worden.
Het
{ilnfilter (afb. 17)
is
gemonteerd
in de
brandstofleiding tussen
de
op-
voerpomp
en de
inspuitpomp,
Na
iedere
1ó.000
km
moet
het
element
vernieuwd worden.
Dit
is
beslist nood-
zakeliik
aangezien
vervuiling
een
slecht lopende motor
tot gevolg
heeft.
Schroef
de
moer
(1)
boven
aan
het
filter
los,
waardoor
de
{ilterkolf
los-
komt
en
het element
kan
worden
uit-
genomen. Reinig de
f
ilterkolf en
mon-
teer dan het
n
ieuwe
element.
De
pakking
aan
de
boven
zijde
van
de
kol{
moet
door een
n
ieuwe
vervan-
gen worden. Let
er
op, dat de
pasvla
k-
ken
en de
pakking
schoon zijn,
Voer
al
deze werkzaamheden
uit
met
scho-
ne
handen.
Afb.
17.
Brandstoffijnfilter
Schoonhouden van
dit
{ilterelement
en
het oude
opnieuw' gebruiken
mag
nimmer
plaats
vinden.
Het
filter
wordt
automatisch ontlucht
door een klepje
in
de terugvoerleiding
naar
de
tank.
Brandstof
leidingen
Lekken
in
de
brandsto{leidingen
kun-
nen optreden aan
de
perszijde
of
aan
de
zuigzijde
van
de
brandstofínspuít-
pom
p.
Lekken aan
de
perszijde,
Om
deze
op
te
sporen maakt
men
wartels
en
leidingen
aan
de
bu
iten-
zijde
schoon
en
controleert
die
terwijl
de
motor
draait.
Men
moet
vooral
zorgen
de
wartels
van
de
brandsto{leidingen
niet
te
for-
ceren
bij
het
aandraaien,
Wanneer een wartel van een
inspu
it-
leiding
bli;ft
lekken,
ondanks
geed
31