" " wordt weergegeven totdat de meting stabiel is. Wanneer de waarde stabiel is en
binnen het bereik van de geselecteerde standaard wordt CFM weergegeven. Druk
CFM om het punt te bevestigen.
Het instrument keert terug naar het hoofdscherm en de kalibratiegegevens worden
bewaard.
Opmerking Als de functie 'manuele druk' is ingeschakeld, is het tijdens de
DO-kalibratie mogelijk om te schakelen tussen het veranderen van
de standaardwaarde of de drukwaarde door te drukken op de druk-/
standaard-toets of de MODE-toets.
Opmerking Als een eerdere kalibratie is uitgevoerd is het mogelijk om deze te
wissen door op CLEAR te drukken, vanuit in het kalibratiescherm. De
boodschap "Calibration cleared" verschijnt voor een paar seconden
en de meter keert terug naar het hoofdscherm. Als de manuele druk-
functie is ingeschakeld, wordt de CLEAR-toets actief voor slechts
5 seconden na de toegang tot het DO-kalibratiescherm, en wordt
daarna vervangen door de PRESSURE/STANDARD-toets.
Opmerking Als de DO-waarde gemeten door het instrument niet binnen het
bereik van de geselecteerde standaard valt, zal "Wrong standard"
verschijnen op het scherm en de kalibratie kan niet worden beves-
tigd.
24