" " wordt weergegeven totdat de meting stabiel is. Wanneer de waarde stabiel is en
binnen het bereik van de geselecteerde standaard wordt CFM weergegeven. Druk
CFM om het punt te bevestigen. Het instrument keert terug naar het hoofdscherm
en de kalibratiegegevens worden bewaard.
Automatische tweepunts kalibratie
Dompel de elektrode in HI7040 nulzuurstofoplossing en roer voorzichtig 2-3
minuten. Druk op CAL. Het kalibratiemenu wordt weergegeven. Druk op DO om de
DO-kalibratie te selecteren.
Het DO-kalibratiescherm wordt weergegeven en de standaard 0 % verzadiging (of
0 mg/l, zal automatisch worden geselecteerd. " " wordt weergegeven totdat de
meting stabiel is. Wanneer de waarde stabiel is en binnen het bereik van de geselec-
teerde standaard wordt CFM weergegeven. Druk CFM om het punt te bevestigen. De
meter zal automatisch de 100 % verzadigingsstandaard (8,26 mg/l) selecteren.
Schud de elektrode droog en laat ze in de lucht. " " wordt weergegeven totdat de
meting stabiel is. Wanneer de waarde stabiel is en binnen het bereik van de gese-
lecteerde standaard wordt CFM weergegeven. Druk CFM om het punt te bevestigen.
Het instrument keert terug naar het hoofdscherm en de kalibratiegegevens worden
bewaard.
Manuele eenpunts kalibratie
Bepaal eerst de opgeloste zuurstofwaarde van het monster (gebruik een
Winkler-titratie). Plaats de elektrode in het monster en roer voldoende.
Druk in het DO-kalibratiescherm op de manuele functietoets. De standaardwaarde
kan veranderd worden met de pijltjestoetsen, in het bereik van 0 tot 100 % verzadi-
ging of 0-8,26 mg/l, afhankelijk van de geselecteerde meeteenheid.
Stel de standaardwaarde in met de pijltjestoetsen om de DO-waarde te bepalen.
23