Verzorging, onderhoud en recycling
Veiligheid
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
▶
▶
▶
Gevaar door elektrische stroom.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
▶
▶
▶
Gevaar door ontoereikende randaardeverbindingen.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
▶
▶
Algemeen
Het apparaat heeft onder normale bedrijfsomstandigheden slechts minimale ver-
zorging en onderhoud nodig. Enkele punten verdienen echter absoluut aandacht,
zodat het apparaat jarenlang gebruiksklaar kan worden gehouden.
Onderhoud bij
-
iedere inbedrijf-
name
-
-
-
GEVAAR!
Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven,
mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd.
U dient dit document volledig te lezen en te begrijpen.
Alle veiligheidsvoorschriften en gebruikersdocumentatie van dit apparaat en
alle systeemcomponenten moeten gelezen en begrepen worden.
GEVAAR!
Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en
componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.
Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschake-
len.
Controleer na het openen van het apparaat met behulp van een geschikte
meter of de elektrisch geladen onderdelen (bijv. condensatoren) ontladen
zijn.
GEVAAR!
De schroeven van de behuizing vormen een geschikte verbinding van de
randaarde, voor de aarding van de behuizing.
De schroeven van de behuizing mogen in geen geval worden vervangen door
andere schroeven zonder betrouwbare verbinding van de randaarde.
Controleren of de netstekker en de netkabel alsmede de lastoorts en de
elektrodehouder onbeschadigd zijn. Beschadigde onderdelen vervangen.
Ervoor zorgen dat de lastoorts / elektrodehouder en de aardingskabel cor-
rect volgens dit document op het lasapparaat aangesloten en geschroefd /
vergrendeld zijn
Controleren of er een correcte massaverbinding met het werkstuk bestaat.
Controleren of er een vrije ruimte rond het apparaat van 0,5 m (1 ft. 8 in.) be-
draagt, zodat de koellucht ongehinderd kan toestromen en ontsnappen. De
luchtinstroom- en uitstroomopeningen mogen in geen geval zijn bedekt, ook
niet deels.
41