2.
Waterhoeveelheid
in
het
koelsysteem,
te
zien onder
de
vuldop.
3.
Na
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
B.
6
-6s/8
Afb.
f
9.
Watervuldop
Brandstofvoorraad
met
behulp
van de
brandstofvoorraadmeter
op
het
instrumentenbord.
Na
een lange periode
van
stilstand
kan het
nodig
ziin
het
brandstofsysteem
te
ontluchten
(zie blz.
26).
vorengenoemde punten
te
hebben
gecontroleerd
start
nu
de
motor als
volgt:
Zet de
hoofdschakelaar
aan
Trek
de
rolhoes
op
Zet
de
stopmanette naar
voren
Steek
de
contactsleutel
in de
schakelaar
Trap
het
koppelingspedaal
in
7et
de
versnellingshef
boom vrij
Trap
het
gaspedaal geheel
in
Druk de
startknop
in.
Indien
de
motor na
15 seconden
starten niet loopt,
15 seconden wachten
en
dan
opnieuw
starten.
Wanneer
de motor
is
gestart en
blijft
draaien,
dient te worden
gecontroleerd
dat:
1. Het
groene oliedruk-controlelampje
uitgaat.
2.
Het rode
laadstroom-controlelampje uitgaat'
3.
De
zwarte wijzers van
de
luchtdrukmeter
van het
remsysteem
oplopen en
de
zoemer
bij
ca.
5
kg/cm2
ophoudt met
zoemen.
Nadat
de
luchtvoorraalketels
op druk
ziln
gebracht,
de
ketels één keer per
dag
afbfazen
door
tegen
de
patlen,
welke
zich onder
de
ketels
bevinden,
te
duwen.
Hiermede
wordt
bereikt, dat vocht,
welke
zich
rìu eenmaal
in
lucht bevindt
en
in
de
luchtketels
na
langdurige stilstand
van de
motor
tot
water condenseert,
kan
worden
af
getapt.
13913-19
Afb. 20.
Af
blaaspal
van
luchtketel
I
i
I
17