Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tornatech ViziTouch GPX Installatie- En Onderhoudshandleiding pagina 8

Inhoudsopgave

Advertenties

De motor kan vanaf een externe locatie worden gestart door het contact met een handmatige drukknop 
tijdelijk te verbreken. 
 
EXTERNE AUTOMATISCHE START, START MET OVERSTROMINGSVENTIEL 
De motor kan vanaf een externe locatie worden gestart door het contact met een automatisch apparaat 
tijdelijk te openen.  De controller moet in automatische modus staan. 
 
NOODSTART 
De motor kan handmatig worden gestart met de noodhendel.  Deze hendel kan in gesloten positie 
worden gehouden.  
 
Belangrijk: om te voorkomen dat de schakelaar beschadigd raakt, wordt aanbevolen de motor op de 
volgende manier te starten: 
1) 
Schakel de elektriciteit op de gebruikelijke wijze uit, 
2) 
Trek en vergrendel de noodhendel in de gesloten stand, 
3) 
Schakel de elektriciteit op de gebruikelijke wijze weer in. 
 
GESCHAKELDE START 
Wanneer de installatie uit meerdere pompen bestaat, kan het nodig zijn het automatisch starten (bij 
drukverval) van elke motor te vertragen om te voorkomen dat alle motoren tegelijkertijd worden 
gestart.  
 
STROOMSTART, HOGE ZONE‐START 
De controller kan worden gestart door middel van het openen/sluiten van een contact op de 
FLOW/ZONE START/STOP‐ingang.  
 
WEKELIJKSE START 
De motor kan automatisch worden gestart (en gestopt) om een geprogrammeerde tijd. 
 
TESTSTART 
De motor kan automatisch gedurende een vooraf geprogrammeerde periode worden gestart door op de 
testuitvoerknop te drukken. 
 
 
STOPMETHODEN 
HANDMATIGE STOP 
De handmatige stop wordt uitgevoerd door het indrukken van de voorrangsknop STOP.  Merk op dat het 
indrukken van de stopdrukknop voorkomt dat de motor weer kan worden gestart zolang de knop 
ingedrukt blijft, plus een vertraging van twee seconden. 
 
AUTOMATISCHE STOP 
De automatische stopzetting is alleen mogelijk na een automatische start en het activeren van deze 
functie.  Als deze functie is ingeschakeld, wordt de motor 10 minuten na het drukherstel (boven de 
uitschakelingsdrempel) stopgezet, met als voorwaarde dat er geen andere oorzaak voor inschakeling van 
de motor aanwezig is. 
 
STROOMSTOP, HOGE ZONE‐STOP 
Als de controller door de FLOW/ZONE START/STOP‐ingang is gestart en het signaal naar normaal is 
teruggekeerd, wordt de motor stopgezet, met als voorwaarde dat er geen andere oorzaak voor 
inschakeling van de motor aanwezig is. 
 
 

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave