Beschrijving van de werking
Elektronische verbrandingsregeling
Om de verbrandingskwaliteit te contro-
leren wordt het CO
gehalte van het rookgas gemeten. Met
de gemeten waarden wordt de luchtfac-
tor bepaald. De verhouding tussen het
CO
- of O
-gehalte en de luchtfactor λ
2
2
wordt in de volgende tabel weergege-
ven.
Luchtfactor λ– CO
Luchtfactor λ
O
1,20
1,24
1,27
1,30
1,34
1,37
1,40
1,44
1,48
Voor een optimale verbrandingsregeling
kalibreert het systeem zichzelf cyclisch
of na een spanningsonderbreking (bui-
tenbedrijfstelling) Daarbij wordt de ver-
branding gedurende korte tijd op de max.
ionisatiestroom ingeregeld (overeen-
komstig de luchtfactor λ=1). Het zelf-
standig kalibreren wordt kort na de bran-
derstart uitgevoerd en duurt ca. 5 s.
Daarbij kunnen gedurende korte tijd ver-
hoogde CO-emissies voorkomen.
166
-gehalte of het O
2
-/O
-gehalte
2
2
-gehalte
CO
2
(%)
(%) bij aardgas
3,8
4,4
4,9
5,3
5,7
6,1
6,5
6,9
7,3
(vervolg)
-
2
-gehalte
CO
2
(%) bij aardgas
E
9,6
9,2
9,0
8,7
8,5
8,3
8,1
7,8
7,6
-gehalte
CO
2
(%) bij propaan
LL
9,2
9,1
8,9
8,6
8,4
8,2
8,0
7,7
7,5
-gehalte
2
P
11,3
10,9
10,6
10,3
10,0
9,8
9,6
9,3
9,0