Beschrijving van de werking
Regelingsfuncties
De werking op de interne circulatiepomp
wordt via codeeradres "3F" in de
groep "Algemeen" geselecteerd.
De werking op de betreffende CV-pomp
wordt in codeeradres "d7" in de
groep "CV-circuit" geselecteerd.
Ontluchtingsprogramma
In het ontluchtingsprogramma wordt
20 min lang de circulatiepomp elke 30 s
afwisselend in- en uitgeschakeld.
Tijdens het ontluchtingsprogramma is de
brander uitgeschakeld.
Estrikdroging
Bij de activering van de estrikdroging (de
gegevens van de estrikfabrikant moeten
beslist gerespecteerd worden).
Bij geactiveerde estrikdroging wordt de
CV-pomp van het mengklepcircuit inge-
schakeld en de aanvoertemperatuur op
het ingestelde profiel gehouden. Na
beëindiging (30 dagen) wordt het meng-
klepcircuit automatisch met de inge-
stelde parameters geregeld.
EN 1264 respecteren. Het protocol dat
door de CV-monteur wordt opgesteld,
moet de volgende informatie over het
verwarmen bevatten:
■ Opwarmgegevens met de desbetref-
fende aanvoertemperaturen
■ Bereikte maximale aanvoertempera-
tuur
■ Bedrijfssituatie en buitentemperatuur
bij overdracht
160
(vervolg)
De minimale gewenste ketelwatertem-
peratuur bij externe aanvraag wordt met
codeeradres "9b" in de groep "Alge-
meen" ingesteld.
Ontluchtingsprogramma activeren:
Zie "CV-installatie ontluchten".
Verschillende temperatuurprofielen zijn
via het codeeradres "F1" in de
groep "CV-circuit" instelbaar.
Na stroomuitval of uitschakelen van de
regeling wordt de functie gecontinueerd.
Als de estrikdroging is beëindigd is of de
codering "F1:0" handmatig wordt inge-
steld, wordt "Stoken en Warm Water"
ingeschakeld.