Aanvullende info over de stappen
Aansluitdruk
(stromingsdruk)
bij aardgas
onder 15 mbar
15 tot 25 mbar
boven 25 mbar
Max. vermogen instellen
Voor de verwarming kan het max. ver-
warmingsvermogen worden begrensd.
De begrenzing wordt via het modulatie-
bereik ingesteld. Het max. instelbare
vermogen is door de ketelcodeerstekker
naar boven begrensd.
Regeling voor weersafhankelijke wer-
king:
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 s lang
indrukken.
2. "Servicefuncties"
3. "Maximaal verwarmingsvermo-
gen"
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aansluitdruk
(stromingsdruk)
bij propaan
onder 42,5 mbar
42,5 tot 57,5 mbar
boven 57,5 mbar
(vervolg)
9.
Gevaar
Ontsnappend gas bij de meet-
aansluiting leidt tot explosie-
gevaar.
Gasdichtheid controleren.
Gasafsluitkraan openen, toestel in
bedrijf stellen en gasdichtheid van de
meetaansluiting A controleren.
Maatregelen
Niet in bedrijf stellen en de gas- resp. pro-
paanleverancier informeren.
Verwarmingsketel in bedrijf stellen.
Vóór de installatie een afzonderlijke gas-
drukregelaar plaatsen en voordruk op
20 mbar bij aardgas respectievelijk
50 mbar bij propaan instellen. Gas- resp.
propaanleverancier informeren.
4. "Wijzigen?" "Ja" selecteren.
Op het display verschijnt een waarde
(bijv. "85"). Bij levering komt deze
waarde overeen met 100% van het
nominale vermogen.
5. Gewenste waarde instellen.
Regeling voor verhoogde werking:
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 s lang
indrukken.
39