Ketel/groep "2"
Codering in uitlevertoestand
30:3
Ketelcircuitpomp toeren-
talgeregeld via 0-10 V in-
terface (niet verstellen)
38:0
Status branderbestu-
ringsapparaat: werking
(geen fout)
Warm water/groep "3"
"Warm water" bij regeling voor weersafhankelijke werking selecteren (zie
pagina 79).
"3" bij regeling voor verhoogde werking selecteren (zie pagina 79).
Coderingen
Codering in uitlevertoestand
56:0
Gewenste tapwatertem-
peratuur instelbaar van
10 tot 60 °C
58:0
Zonder extra functie voor
tapwateropwarming
59:0
Boilerverwarming:
Inschakelpunt -2,5 K
Uitschakelpunt +2,5 K
5b:0
Warmwaterboiler direct
op de verwarmingsketel
aangesloten
(vervolg)
Mogelijke omstelling
38:≠0
Status branderbesturings-
apparaat: Fouten
Mogelijke omstelling
56:1
Gewenste tapwatertempe-
ratuur instelbaar van 10 tot
boven 60 °C
Opmerking
Maximumwaarde afhanke-
lijk van ketelcodeerstek-
ker.
Maximaal toegestane tap-
watertemperatuur respec-
teren.
58:10
Invoer van een tweede ge-
tot
wenste tapwatertempera-
58:60
tuur, instelbaar van 10 tot
°C (codeeradres "56"
en "63" in acht nemen)
59:1
Inschakelpunt instelbaar
tot
van 1 tot 10 K onder ge-
59:10
wenste waarde
5b:1
Warmwaterboiler achter de
open verdeler aangesloten
Codering 2
91