Inhoudsopgave
Advertenties
3.
Stel scherp.
Plaats het AF-kader over uw onderwerp.
Druk zacht op de ontspanknop tot in de eerste positie (druk
de ontspanknop half in).
Het AF-bevestigingsteken (
verschijnt een groen kader (AF-kader) om de scherpgestelde
zone.
U kunt ook scherpstellen door op de knop AF-ON te drukken (P.121).
B
Als de camera niet in staat is om scherp te stellen, gaat het AF-bevestigingsteken knipperen.
C
(P.516).
Het AF-kader is afhankelijk van de gekozen optie voor de AF-doelmodus. Wijzig het gebied
C
(P.111) en de positie (P.110) van het AF-doel indien nodig.
Het AF-kader wordt niet weergegeven wanneer [
C
(P.111).
4.
Laat de ontspanknop los.
Druk de ontspanknop helemaal in (tot aan de aanslag).
De camera ontspant de sluiter en maakt een foto.
U kunt scherpstellen en fotograferen met aanraakbediening.
B
aanraakscherm te bedienen' (P.55)
) wordt weergegeven en er
N
54
100 %
100 %
P
P
250
250
1/
1/
AF-kader
1
100 %
100 %
P
P
1/
1/
1
AF-bevestigingsteken
1
AF-doel
2
Alle] is gekozen als AF-doelmodus
b
'Opnames maken door het
g
[ 1 : 02 : 03 ]
[ 1 : 02 : 03 ]
1023
1023
F F
1
1
1
L
1
4K
-
0 0
+
ISO
ISO
5.6
5.6
0.0
0.0
F
F
Auto
Auto
1
1023
1023
[ 1 : 02 : 03 ]
[ 1 : 02 : 03 ]
F F
1
1
1
L
1
4K
-
0 0
+
250
250
5.6
5.6
0.0
0.0
ISO
ISO
F
F
Auto
Auto
2
Foto's maken
60p L - 8 L - 8
60p
S - AF
S - AF
3 3
200
200
60p L - 8 L - 8
60p
S - AF
S - AF
3 3
200
200
Advertenties
Inhoudsopgave
