Reinigen en opbergen van de camera
Reinigen van de camera
Schakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen.
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of een met chemicaliën behandeld
reinigingsdoekje.
Camerabehuizing:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek
in een mild sopje en wringt u de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en
droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het strand gebruikt, dan wrijft u
hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed uitgewrongen doek.
Monitor:
Wrijf dit voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens:
Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje. Wrijf de lens met een
lensreinigingsdoekje voorzichtig schoon.
Opslag
Haal de batterij en het kaartje uit de camera als u denkt de camera langere tijd niet te gebruiken.
Bewaar de camera op een koele, droge, goed geventileerde plaats.
Plaats van tijd tot tijd de batterijen in de camera en controleer de functies van de camera.
Verwijder stof en andere vreemde voorwerpen van het huis en de achterkappen voor u ze bevestigt.
Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera bevestigen om te
voorkomen dat er stof kan binnendringen. Vergeet niet de lenskapjes vooraan en achteraan terug te
zetten voor u de lens opbergt.
Maak de camera na gebruik schoon.
Berg de camera niet op bij insectenwerende middelen.
Berg de camera niet op in ruimtes waar met chemicaliën gewerkt wordt, om de camera te
beschermen tegen roest.
Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens optreden.
513
Reinigen en opbergen van de camera