De computer koppelen met de camera
(Nieuwe verbinding)
De camera en de computer moeten gekoppeld zijn om verbinding te kunnen maken. Er kunnen
maximaal vier computers tegelijk gekoppeld zijn met de camera. Verbind de computer via USB met de
camera om te koppelen. U hoeft per computer slechts één keer te koppelen.
1.
Nadat u hebt bevestigd dat de camera uit staat, verbindt u de camera via de USB-kabel met de
computer.
Gebruik een optionele kabelbeschermer en kabelklem bij het bevestigen van de USB-kabel
om schade aan de connectoren en verlies van de verbinding te helpen voorkomen.
'Kabelklem (CC-1) / Kabelbeschermer (CP-2)' (P.506)
g
USB-poort
1
USB-kabel (meegeleverd)
2
USB-connector
3
USB-poorten zitten bij iedere computer op verschillende plaatsen. Bekijk de documentatie
van uw computer voor informatie over USB-poorten.
Als de USB-poort op de computer een Type A-poort is, gebruikt u de optionele CB-USB11-
kabel.
2.
Zet de camera aan.
Er verschijnt een bericht op de camera waarin u wordt gevraagd het apparaat te identificeren
waarmee de USB-kabel is verbonden.
Als het bericht niet wordt weergegeven, selecteert u [Selecteren] voor
B
Als de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt het bericht van de camera niet wanneer u
C
verbinding maakt met de computer. Zorg ervoor dat de batterijen zijn opgeladen.
1
De computer koppelen met de camera (Nieuwe
456
3
2
[USB-modus]
(P.422).
verbinding)