Inhoudsopgave
Advertenties
3.
Pas de flitsinstellingen aan.
Markeer items met de
instellingen te kiezen.
A Mode
P
Small
3
TTL
A
1
Off
B
Off
C
2
Groeperen
Flitsregeling
Flitscompensatie
Optische
signaalsterkte
Flitsmodus/
vermogen
Kanaal
4.
Stel de flitser die op de camera is bevestigd in op [TTL AUTO].
Instellingen voor de flitsregeling voor de FL-LM3 kunnen alleen worden aangepast met
behulp van de camera.
-knoppen en draai aan de voorste regelaar om de
FGHI
250
5.6
200
ISO
1/
F
Auto
-
0.0
0
+
±
WB Auto
0.0
0.0
±
±
Low
Ch1
[
1:02:03
1023
Kies een groep. Veranderingen aan instellingen zijn van toepassing op
alle flitsers in de geselecteerde groep. De flitser op de camera werkt
als een lid van Groep A.
Kies een flitsmodus.
Pas de flitsintensiteit aan. Wanneer [Handmatig] is geselecteerd voor
flitsmodus, kunt u een waarde kiezen voor handmatige flitsintensiteit.
Kies de helderheid van de optische bedieningssignalen die door de
flitsers worden uitgezonden. Kies [Hoog] als u flitsers dicht bij de
maximale afstand tot de camera hebt geplaatst. Deze instelling is van
toepassing op alle groepen.
Kies
(standaard) of FP (super FP). Kies super FP voor
A
sluitersnelheden die sneller zijn dan de synchronisatiesnelheid van de
flits. Deze instelling is van toepassing op alle groepen.
Kies het kanaal dat wordt gebruikt door de flitsregeling. Verander het
kanaal als u vindt dat andere lichtbronnen in de omgeving storen met
de flitsregeling op afstand.
Groep, flitsregelingsmodus
1
RC
RC
Flitscompensatie
2
Optische signaalsterkte
3
Kanaal
4
3
Flitsmodus
5
4
]
5
503
Optionele accessoires
Advertenties
Inhoudsopgave
