Rol
Vergrendeling
7
(vergrendeling
aanraakbediening)
Elektronische zoom (
AF stop (AF stop)
Vergrendel. focusring (
Nachtzicht (Nacht LV)
(alleen
)
K
AEL (AE-vergrendeling)
Aanraakbedieningen vergrendelen. Houd de knop éénmaal
ingedrukt om de aanraakbedieningen te vergrendelen en druk
nogmaals om de vergrendeling ongedaan te maken.
Deze functie kan alleen worden toegewezen aan de
C
-knoppen. U moet eerst [
G
Powerzoomlenzen in- of uitzoomen. Nadat u op het
bedieningselement hebt gedrukt, kunt u de pendelknop
gebruiken om in of uit te zoomen. Gebruik
)
X
zoomen en
Deze functie kan alleen worden toegewezen aan de
C
-knoppen. U moet eerst [
G
Autofocus opschorten. Scherpstellen vergrendelt en autofocus
wordt opgeschort wanneer het bedieningselement wordt
ingedrukt. Is alleen van toepassing op de lensknop
Druk eenmaal op de knop om de scherpstelring van de
lens uit te schakelen en nogmaals om in te schakelen. Deze
optie is beschikbaar wanneer [S‑AF
[C‑AF+TR
modus].
Het gedeelte
weergegeven terwijl de ring is uitgeschakeld.
)
O
In het geval van lenzen die zijn uitgerust met een MF-
(handmatige focus)-koppeling, heeft het indrukken van de knop
geen effect wanneer de scherpstelring in de MF-positie staat
(dichter bij de camerabehuizing).
De scherpstelringvergrendeling eindigt wanneer u een bewerking
uitvoert, zoals het uitschakelen van de camera of het bevestigen
van een andere lens.
Door op de knop te drukken wanneer [Uit] is geselecteerd voor
[
Nachtzicht]
K
is geselecteerd, wordt [Uit] geselecteerd door op te knop te
drukken.
Druk op de knop om de belichting te vergrendelen. Druk
nogmaals om deze te ontgrendelen.
Functie
d
of
om uit te zoomen.
G
H
d
], [Pre
] of [
R
J
J
van de AF-modusindicator wordt grijs
J
(P.377), wordt [Aan] geselecteerd. Als [Aan]
354
] instellen op [Directe functie].
of
om in te
F
I
] instellen op [Directe functie].
j
], [C‑AF
], [
J
J
AF
] is geselecteerd voor [AF-
J
De rollen van knoppen wijzigen
(Knopinstellingen)
- en
I
- en
I
.
],
J