Inhoudsopgave
Advertenties
Als er gedurende een bepaalde periode geen handelingen worden uitgevoerd nadat de camera
overgeschakeld is naar de slaapstand, wordt de camera automatisch uitgeschakeld.
uitschakelen] (P.429)
De flitser wordt opgeladen
Het symbool
knippert op de monitor als de batterij wordt opgeladen. Wacht tot het knipperen
A
stopt en druk dan op de ontspanknop.
Kan niet scherpstellen
De camera kan niet scherpstellen op onderwerpen die zich te dicht bij de camera bevinden of
die niet geschikt zijn voor automatisch scherpstellen (het AF-bevestigingsteken knippert op de
monitor). Vergroot de afstand tot het onderwerp of stel scherp op een onderwerp met veel contrast
op dezelfde afstand van de camera als het gewenste onderwerp, kadreer de foto en maak de
opname.
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Het kan moeilijk zijn om met autofocus in de volgende situaties scherp te stellen.
-
AF-bevestigingsteken knippert.
Onder de volgende omstandigheden kan de camera niet scherpstellen.
Onderwerpen met lage
contrastindex
-
Het AF-bevestigingsteken gaat branden, maar het onderwerp is niet scherpgesteld.
Onderwerpen op verschillende
afstanden
Ruisonderdrukking is geactiveerd
Met name bij nachtelijke opnamen zijn de sluitertijden langer en verschijnt er vaak ruis
in de beelden. De camera activeert het ruisonderdrukkingsproces na opnamen met lange
sluitertijden, tijdens welke opnamen niet mogelijk zijn. U kunt [Ruisonderdrukking] of [Uit] zetten.
[Ruisonderdrukking] (P.182)
g
Extreem fel licht in het midden
van het beeld
Snel bewegende objecten
516
[Autom.
g
Onderwerpen niet binnen het
AF-gebied
Fotografeertips en -informatie
Advertenties
Inhoudsopgave
