3.
Wanneer er een bericht verschijnt dat aangeeft dat het
koppelen voltooid is, drukt u op OK.
De gegevensoverdrachtsindicator gaat uit wanneer het koppelen voltooid is.
[Bluetooth] (P.445)
stand is gebracht.
Als u aan de modusknop van de afstandsbediening draait of op de knop MENU van
C
de camera drukt voordat het bericht verschijnt dat het koppelen voltooid is, eindigt het
koppelingsproces. De informatie over het gekoppelde apparaat wordt gereset. Koppel de
apparaten opnieuw.
Als u aan de modusknop van een afstandsbediening draait die momenteel niet is gekoppeld
C
met CONNECT en deze 3 seconden op die positie houdt, of wanneer het koppelen mislukt,
wordt de koppelingsinformatie van de vorige koppelingen gereset. Koppel de apparaten
opnieuw.
Koppelen ongedaan maken
1.
Selecteer [Koppelen ongedaan maken] en druk op de knop OK.
2.
Selecteer [Ja] en druk op de knop OK.
Wanneer u de camera met een afstandsbediening hebt gekoppeld, moet u [Koppelen ongedaan
C
maken] uitvoeren om de koppelingsinformatie te resetten voordat u de camera koppelt met een
nieuwe afstandsbediening.
wordt automatisch ingesteld op [Aan
474
Instelling draadloze sluiter
Het koppelen is voltooid.
De Bluetooth-instelling
L
is gewijzigd in Aan
.
AA:BB:CC:DD:EE:FF
] wanneer er een koppeling tot
L
OK
Verbinding