SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN
Zadelvouw en nietpositie instelling
Deze instelling wordt gebruikt om de vouw- en nietpositie aan te passen wanneer een nietfinisher (voor nieten van 100
vellen) is geïnstalleerd en de functie Zadelsteek wordt gebruikt.
Geef een waarde op binnen +/- 2,0 mm in stappen van 0,25 mm.
Papiersoort voor Auto Papierselectie
U kunt het papiertype* opgeven dat tijdens de functie Automatische papierselectie zal worden geselecteerd. Selecteer
een van de volgende instellingen:
• Normaal Papier 1
• Normaal Papier 2
• Recycled
Met deze instelling zullen via de functie Automatische papierselectie geen andere papiertypen worden geselecteerd dan
de opgegeven papiertypen.
* Het papiertype voor elke papierlade selecteert u met [Systeem- instellingen] in de 'Instellingen' → [Papierlade-
instellingen].
Compatibiliteitsinstellingen voor Normaal Papier
Stel het gewicht in van normaal papier dat regelmatig wordt gebruikt. Selecteer Normaal papier 1 of Normaal papier 2.
Het gewicht van Normaal papier 1 is 60 tot 89 g/m
2
g/m
(24 tot 28 lbs bond). Controleer het gewicht van het normaal papier dat u regelmatig gebruikt en maak de
betreffende instelling.
Instelling tandemverbinding
Gebruik deze instelling om het poortnummer en IP-adres in te stellen van het apparaat dat als tandem-clientmachine
wordt gebruikt, wanneer twee apparaten als netwerkprinters via het TCP/IP-protocol worden gebruikt.
Master-machinemodus uitschakelen
Schakel deze instelling in om tandemverzending te blokkeren. (Normaalgesproken is het niet nodig deze instelling in te schakelen.)
Uitschakelen Client Machinemodus
Schakel deze instelling in om tandemontvangst te blokkeren. (Normaalgesproken is het niet nodig deze instelling in te schakelen.)
• Als u de tandemfunctie wilt gebruiken als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, moet u op zowel de mastermachine
als de clientmachine dezelfde combinatie gebruikersnaam en wachtwoord gebruiken. Als verschillende gebruikersnamen
en wachtwoorden worden gebruikt, kan het zijn dat de paginatelling niet aan het juiste gebruikersaantal wordt toegevoegd
of dat alleen kan worden afgedrukt via het hoofdapparaat.
• De fabrieksinstelling voor het poortnummer is [50001]. Verander het poortnummer niet, tenzij u problemen ondervindt met deze instelling.
Standaard detecteren in automatische kleurmodus
Als de kleurmodus in de modus voor beeldverzending is ingesteld op Automatisch, kan het punt waar wordt bepaald of
originelen kleur- of zwart/wit-originelen zijn op een van de 5 niveaus worden ingesteld. Wanneer dit is ingesteld op [Dichter
Z/W], worden originelen eerder herkend als in kleur. Wanneer dit is ingesteld op [Dichter klr], worden originelen eerder herkend als in
kleur.
Totaalinst. voor afwerking
De afwerkingsinstellingen opgeven. Geef aan of de posities voor de afwerking op het opgegeven papier of het origineel zijn aangegeven.
Papiergewicht Inst.
Hiermee wordt de fuseertemperatuur van de toner in overeenstemming met het gewicht van het papier geregeld.
Deze instellingen zijn van toepassing op normaal papier, gerecycled papier, geperforeerd papier, voorbedrukt papier,
briefhoofdpapier, gekleurd papier en eigen papier van de gebruiker.
2
U kunt 60 g/m
tot 89 g/m
Deze kan alleen worden ingesteld op het bedieningspaneel van de machine.
Zorg dat u alleen papier gebruikt dat in dezelfde gewichtklasse valt als de hier ingestelde gewichtklasse. Meng geen normaal
papier dat buiten de klasse valt met het papier in de lade.
Wanneer instellingen worden gewijzigd, worden deze pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is opgestart. Zie
VOEDING INSCHAKELEN (pagina
2
2
2
2
of 90 g/m
tot 105 g/m
1-10)' voor informatie over het opnieuw opstarten van het apparaat.
(16 tot 24 lbs bond). Het gewicht van Normaal papier 2 is 90 tot 105
(16 tot 23 lbs. of 23+ tot 28 lbs.) selecteren.
8-132
'DE