SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN
Instellingen Inbound Routing (opslaan)
Instellingen voor opslag op harde schijf van ontvangen data
U kunt een externe accountapplicatie toevoegen en beheren: Instellingen voor het opslaan van ontvangen faxen op de
harde schijf.
Item
Automatische Opslag in HDD van
Ontvangen Data
Specificeer Data voor Opslag
Specificeer Opgeslagen Map
Instelling voor sorteren op
mapdatum voor opslag
Best.Indeling
Instelling afdrukstijl
Voorinstelling van teken
Bestandsnaamgeving
Nr 1 t/m Nr 7
Indien ontvangen van een
contact, dat geregistreerd staat in
het adresboek, wordt naam
afzender veranderd naar
contactnaam.
Instellingen ontvangstmeldingen
Adres van Bestemming Bericht
Directe Invoer
Globaal Adres Zoeken
Toevoegen aan lijst
Stel in of u ontvangen faxen wilt opslaan op de harde schijf.
Selecteer welke ontvangen faxen u wilt opslaan. Kies uit regel 1 tot en met 3 en internetfax.
Geef de map op waarin u ontvangen faxen wilt opslaan. Voer een mapnaam in van
maximaal 32 tekens.
Voor het aanmaken van datummappen waarin u ontvangen faxen op datum kunt opslaan.
Selecteer de bestandsindeling voor inkomende routing.
Voor het instellen van afdrukinstellingen voor ontvangen faxen.
• Opslaan en afdrukken: Ontvangen faxen opslaan op de harde schijf en afdrukken.
• Alleen afdrukken bij opslagfout: De ontvangen fax afdrukken als het opslaan mislukt.
• Opslaan in foutbox van inkomende routing bij opslagfout: Als de opslag op de harde
schijf mislukt, dan wordt de fax opgeslagen in de foutbox van inkomende routing.
Voor het instellen van tekens die worden toegevoegd aan de bestandsnaam als het
bestand is opgeslagen. Als 'Teken 1' en 'Teken 2' zijn ingesteld bij 'Bestandsnaamgeving nr
1 tot nr 7', worden de ingestelde tekens toegevoegd aan de bestandsnaam. Voer maximaal
64 tekens in.
Voor het instellen van de informatie in de bestandsnaam tijdens het opslaan van het
bestand.
Als Naam afzender van 'Bestandsnaamgeving' is ingeschakeld, kunt u de naam van de
afzender wijzigen in een naam uit het adresboek.
Voor het instellen van de verzending van een e-mail bij faxontvangst.
Het adres waarnaar de melding wordt gezonden.
Voer het adres in voor het verzenden van de melding. Voer maximaal 1500 tekens in voor
het adres.
Kies een adres uit de globale adressen.
Het direct ingevoerde adres of globale adres wordt opgeslagen als adres voor het
verzenden van de melding.
8-114
Instellingen