PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING
OPGESLAGEN INSTELLINGEN GEBRUIKEN
U kunt met één muisklik uw opgeslagen favorieten (veelgebruikte instellingen) toepassen op uw afdrukken.
Selecteer de printerdriver van het apparaat in het afdrukvenster van de
1
toepassing en klik op de knop [Voorkeursinstellingen].
De knop die wordt gebruikt om het eigenschappenvenster van de printerdriver te openen (meestal [Eigenschap] of
[Voorkeursinstellingen]), kan per toepassing verschillen.
2
(1)
Begin met afdrukken.
3
DE STANDAARDINSTELLINGEN VAN DE
PRINTERDRIVER WIJZIGEN
U kunt de standaardinstellingen van de printerdriver wijzigen.
Instellingen die u hebt gewijzigd in het eigenschappenvenster van de printerdriver wanneer u afdrukt vanuit de
applicatie, worden teruggezet naar de standaardinstellingen die hier zijn opgegeven wanneer u de applicatie afsluit.
Klik met de rechtermuisknop op de knop [Start] en selecteer [Configuratiescherm].
1
• Klik in Windows Vista op de knop [Start] en vervolgens op [Configuratiescherm] - [Printers].
• In Windows 7 klikt u op de knop [Start], selecteert u [Apparaten en printers], klikt u met de rechtermuisknop op het
pictogram van de printerdriver van het apparaat en klikt u op [Eigenschappen van printer].
Klik op [Apparaten en printers weergeven] bij [Hardware en geluiden].
2
Klik in Windows Vista op het pictogram van de printerdriver van het apparaat.
Selecteer de instellingen die u als
favoriet hebt vastgelegd.
(1) Selecteer de vastgelegde instellingen die
u wilt gebruiken.
(2) Klik op de knop [OK].
(2)
3-10