7 Probleemoplossing
54
Kegelafsnijding
De röntgenstraal heeft slechts een deel van het
beeldplaatoppervlak belicht. Het beeld kan een
andere (kleinere) afmeting hebben dan de ge-
bruikte beeldplaat.
•
Controleer de belichtingsprocedure.
•
Het gebruik van de juiste houder voorkomt
dit.
Onscherpe of vage beelden,
bewegingsartefact
Patiënt of röntgenkegel heeft bewogen tijdens de
belichting.
•
Controleer de belichtingsprocedure.
•
Controleer de stabiliteit van uw intra-orale
röntgenapparaat.
•
Gebruik de juiste houders.
•
Mogelijk is een te lange belichtingstijd ge-
bruikt.
Gebruik een kortere belichtingstijd (ver-
hoog de kV indien nodig om het effect van
de kortere belichtingstijd te compense-
ren).
Geometrische distortie
Onjuiste positionering van de patiënt.
•
Gebruik de juiste houders om dit te voor-
komen.
MEDEDELING: Voer nooit nauwkeurige metingen
uit op intra-orale beelden tenzij de grootte van het
referentie-object in het beeldbewerkingsvlak be-
kend is.
KaVo Scan eXam One