KaVo Scan eXam One
voor het beheren van een beeldopname op een
bekabeld LAN worden aangesloten.
Het is raadzaam een internetverbinding te gebrui-
ken vanaf het LAN-netwerk. Hierdoor kunnen
mogelijke softwarelicenties eenvoudiger worden
geregistreerd.
Sluit de Ethernet-kabel van de eenheid op de LAN-
eenheid (router/switch) aan. Raadpleeg indien
nodig een computernetwerkspecialist voor hulp bij
het opbouwen van een Local Area Network.
De eenheid kan automatisch een IP-adres verkrij-
gen (DHCP) of dit kan handmatig worden ingesteld
(statisch IP-adres).
De eenheid zal het IP-nummer tijdens de opstart-
procedure weergeven wanneer de eenheid wordt
ingeschakeld.
6.3 Installeer de toepassingssoftware
Om met de scanner te kunnen werken, moet het
werkstation beschikken:
•
Klantensoftware (CLINIVIEW of DTX Studio
met DTX Studio Core)
•
KaVo-drivers
MEDEDELING: KaVo-drivers worden automatisch
geïnstalleerd met CLINIVIEW, maar moeten voor de
installatie van DTX Studio apart worden geïnstal-
leerd.
6 Installatie van het beeldplaatsysteem
43