VOERTUIG TRANSPORTEREN
Transportuitrusting
Transportvoertuig
Zichtbaarheid
Terrein
Oprijplaten
Omstanders
Accessoires en lading
K K r r a a c c h h t t v v a a n n h h e e t t v v o o e e r r t t u u i i g g
b b e e n n u u t t t t e e n n o o m m s s l l e e e e p p m m a a t t e e r r i i e e e e l l
o o p p t t e e r r i i j j d d e e n n
A A l l s s h h e e t t v v o o e e r r t t u u i i g g o o p p e e i i g g e e n n v v e e r r m m o o g g e e n n
k k a a n n o o p p r r i i j j d d e e n n , , g g a a a a t t u u a a l l s s v v o o l l g g t t t t e e
w w e e r r k k : :
1. Draag geschikte beschermende
kleding.
2. Veiligheidsgordel vastmaken.
3. Gebruik uitsluitend een lage ver-
snelling (indien hermee uitgerust).
122
V V e e i i l l i i g g h h e e i i d d s s v v o o o o r r s s c c h h r r i i f f t t e e n n
De transportuitrusting (laadplatform,
aanhangwagen of dieplader) moet over de
juiste afmetingen en het juiste laadvermogen
beschikken om het voertuig veilig te kunnen
ondersteunen en transporteren.
Zorg dat de trekcapaciteit en specificaties van
het transportvoertuig niet overschreden
worden. Zorg ervoor dat de aanhangwagen of
het laadplatform goed aan de trekhaak van het
transportvoertuig wordt bevestigd.
Zorg ervoor dat u gedurende de hele
manoeuvre goed zicht heeft.
Het transportvoertuig en de aanhangwagen
moeten op een vlakke ondergrond staan.
Gebruik wielblokken bij de aanhangwagen en
het transportvoertuig om te voorkomen dat
deze in beweging komen.
Gebruik oprijplaten met een geschikte
belastingscapaciteit en zet de oprijplaten vast
aan de aanhangwagen op het laadplatform.
Vermijd het gebruik van steile oprijplaten.
Zorg er altijd voor dat er zich tijdens het
oprijden geen omstanders in de buurt van het
voertuig of de transportuitrusting bevinden.
Zorg dat accessoires, lading en losse
voorwerpen in het voertuig goed vastzitten, of
verwijder ze om te voorkomen dat ze op de weg
vallen en een gevaar vormen voor
achteropkomende voertuigen.
4. Gebruik de optie 4WD (of 6WD) in-
5. Blijf tijdens het rijden altijd zitten.
6. Zorg voor een goede uitlijning op
7. Zorg voordat u begint voor vol-
dien
het
voertuig
beschikt.
de rails of het laadplatform.
doende afstand tot de aanhangwa-
gen om het voertuig in een rechte
lijn uit te lijnen met de oprijplaten.
Probeer nooit te draaien terwijl u
de oprijplaten nadert. De achter-
wielen zijn dan mogelijk niet meer
uitgelijnd wanneer u de oprijplaten
hierover