6.6.5 Controle van de draairichting
De pomp mag niet worden ingeschakeld voordat de
zuigkoppeling volledig in de vloeistof is ondergedompeld.
Wanneer de pomp is aangesloten op de voedingsspanning,
controleer dan de draairichting:
1. Schakel de pomp in en controleer de hoeveelheid water en de
opvoerhoogte.
2. Schakel de pomp uit en verwissel twee fasen.
3. Schakel de pomp in en controleer de hoeveelheid water en de
opvoerhoogte.
4. Schakel de pomp uit.
5. Vergelijk de twee resultaten. De aansluiting met de grootste
hoeveelheid water en de grootste opvoerhoogte is de juiste.
6.6.6 Soft starter
Grundfos raadt alleen het gebruik van soft starters aan die de
spanning van alle drie de fasen regelen en die zijn voorzien van
een omloopschakelaar.
Aanloop-/uitlooptijd: Maximaal 3 seconden.
Neem voor meer details contact op met Grundfos of met de
leverancier van de soft starter.
6.6.7 Gebruik van een frequentie-omvormer
MS driefasenmotoren kunnen op een frequentieomvormer worden
aangesloten.
Het is niet aan te raden de motor via een
frequentieomzetter te laten draaien bij een frequentie die
hoger is dan de nominale frequentie (50 of 60 Hz). Het is
belangrijk om tijdens bedrijf nooit de frequentie (en
daardoor het toerental) te verlagen tot een waarde waarbij
de noodzakelijke stroming van koelvloeistof langs de
motor niet langer gegarandeerd wordt.
Om de bewaking van de motortemperatuur mogelijk te
maken adviseert Grundfos de Pt100- of Pt1000-sensor te
installeren.
Als een Grundfos MS motor met temperatuurtransmitter
wordt aangesloten op een frequentieomvormer, dan zal
een zekering die zich in de transmitter bevindt smelten,
waardoor de transmitter inactief wordt. De transmitter kan
niet opnieuw worden geactiveerd. In dat geval zal de
motor als een motor zonder temperatuurtransmitter
werken.
Om schade aan het pomponderdeel te voorkomen moet de motor
worden uitgeschakeld als het pompdebiet lager is dan 0,1 × het
nominale debiet.
Spanningspieken dienen te worden beperkt voor Grundfos
onderwatermotoren volgens de onderstaande tabel.
Motortype
MS402
MS4000
MS6000 en MS6000P
MMS6
MMS8000
MMS10000
MMS12000
Max. U
Max. dU/dt
piekspanning
650 V
2000 V/μs
fase-fase
850 V
2000 V/μs
fase-fase
850 V
2000 V/μs
fase-fase
850 V
500 V/μs
fase-aarde
850 V
500 V/μs
fase-aarde
850 V
500 V/μs
fase-aarde
850 V
500 V/μs
fase-aarde
Voor asynchrone motoren:
Toegestaan frequentiebereik:
•
30-50 Hz
•
30-60 Hz.
Aanloop-/uitlooptijd: Maximaal 3 seconden van stilstand naar
minimale frequentie en omgekeerd
Voor synchrone motoren MS6000P:
Toegestaan frequentiebereik:
•
55-100 Hz
•
55-120 Hz.
Aanloop-/uitlooptijd: Maximaal 3 seconden van stilstand naar
minimale frequentie en omgekeerd
Afhankelijk van het type kan de frequentieomvormer ervoor zorgen
dat de motor meer geluid maakt. Bovendien kan de motor worden
blootgesteld aan schadelijke spanningspieken. Dit kan worden
voorkomen door een LC-filter te installeren of nog beter een
sinusfilter tussen de frequentieomvormer en de motor.
Neem voor meer details contact op met Grundfos of met de
leverancier van de frequentieomvormer.
17