•
Ultrafijn: Aanbevolen voor originelen met extreem fijne details. Deze
optie is alleen ingeschakeld als het ontvangende apparaat ook de
resolutie Ultrafijn ondersteunt.
Wanneer uw apparaat is ingesteld op de resolutie Superfijn of
Ultrafijn en het faxapparaat waarmee u communiceert ondersteunt
niet de resolutie Superfijn of Ultrafijn, verzendt het apparaat de fax
met de hoogste resolutiemodus die door het andere faxapparaat
wordt ondersteund.
Het type origineel selecteren
U kunt het documenttype van het origineel instellen om de kwaliteit van een
document dat wordt gescand te verbeteren.
1. Druk in het scherm op het tabblad Afbeelding > Type origineel.
2. Druk op de juiste optie.
•
Tekst: instelling voor originelen met tekst of lijntekeningen.
•
Tekst/Foto: instelling voor originelen met tekst en foto's.
•
Foto: voor originelen die halftoonfoto's zijn.
De tonersterkte wijzigen
U kunt de helderheid van het originele document selecteren.
1. Druk op het tabblad Basis > Tonersterkte op het weergavescherm.
2. Druk op de pijl-links/rechts om de licht- of donkerheid te wijzingen.
Een rapport faxrapport
U kunt het apparaat zo instellen dat er automatisch een rapport wordt
afgedrukt waarin wordt aangegeven of de fax correct is verzonden en
ontvangen.
Als een rapport tekens of lettertypes bevat die niet worden
ondersteund door het apparaat, verschijnt in plaats van de tekens/
lettertypes het woord Unknown in het rapport.
1. Druk op Machine instellen > Rapport > Faxrapporten > Instellingen
op het weergavescherm.
2. Druk op de juiste optie.
•
Resultaat multifaxoverdracht: drukt een bevestigingsrapport af na
het verzenden van een fax naar meerdere bestemmingen.
-
Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
-
Aan: hiermee activeert u deze functie.
-
Aan-Fout: drukt alleen een rapport af als er een transmissiefout
optreedt.
•
Resultaat faxoverdracht: drukt een bevestigingsrapport af dat
aangeeft of de verzending is gelukt, hoeveel pagina's er zijn
verzonden en andere informatie.
-
Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
-
Aan: hiermee activeert u deze functie.
-
Aan-Fout: drukt alleen een rapport af als er een transmissiefout
optreedt.
•
Geschiedenis faxoverdracht: drukt een bevestigingsrapport af dat
aangeeft of de verzending is gelukt, hoeveel pagina's er zijn
verzonden en andere informatie.
-
Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
-
Aan: hiermee activeert u deze functie.
•
Geschiedenis faxontvangst: drukt een bevestigingsrapport af dat
aangeeft of de fax is ontvangen, hoeveel pagina's er zijn ontvangen
en andere informatie.
-
Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
-
Aan: hiermee activeert u deze functie.
3. Druk in het scherm op OK.
Faxen (optioneel)_ 74