5. Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven.
6. Stel de papierlengtegeleider in op de gewenste papierlengte.
7. Na het laden van papier in de lade, drukt u de papierbreedtegeleider in
en brengt u de geleider in de richting van de papierstapel tot deze de
zijkant van de stapel licht raakt. Druk de geleider niet te stevig tegen de
rand van het papier: de geleider kan het papier doen ombuigen.
•
Druk de papiergeleider niet te hard tegen de rand van het
papier, omdat het papier daardoor kan buigen.
•
Plaats niet te veel papier in de lade: dit kan tot papierstoringen
leiden. Zorg dat de papierstapel niet boven de maximummarkering
aan de binnenzijde van de lade uitkomt.
1
Afdrukmateriaal en lade_ 42
Als u de breedtegeleider niet aanpast kan het papier
vastlopen.
1
Papiercapaciteitsmarkering
M A X