De instelling van een programma gebruiken
Met deze optie kunt u de huidige instellingen opslaan voor toekomstig
gebruik. U kunt ook de eerdere instellingen van de vorige taak gebruiken.
Programmas opslaan
1. Druk in het scherm op Kopie.
2. Pas de instellingen voor elke kopie aan, zoals Papierinvoer,
Dubbelzijdig en meer op het tabblad Basis (zie "De instellingen per
kopie wijzigen" op pagina 53).
3. Stel indien nodig de kopieerfuncties in op de tabbladen Geavanceerd of
Afbeelding (zie "Bijzondere kopieerfuncties gebruiken" op pagina 56).
4. Druk op het tabblad Basis of Terug.
5. Voer indien nodig het aantal kopieën in met behulp van het numerieke
toetsenbord op het bedieningspaneel.
6. Druk op Programmas.
7. Druk op Opslaan.
8. Druk op het invoergebied van Naam programma. Het
pop-uptoetsenbord verschijnt.
Voer de gewenste programmanaam in. Druk op Gereed.
U kunt de waarden van ingestelde Programmas functies bekijken
door omhoog of omlaag te schuiven en controleer de waarden met
behulp van de pijl-omhoog/omlaag.
9. Druk op Opslaan. Wanneer het bevestigingsvenster verschijnt worden
de ingestelde instellingen opgeslagen. Druk op OK om de lijst aan te
vinken of druk op Annul..
Programmas laden
1. Druk in het scherm op Kopie.
2. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of
plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de
glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 39).
3. Druk op Programmas > Laden.
4. Druk op de te gebruiken programmanaam in de lijst.
5. Druk op Toep..
Het apparaat is nu ingesteld om te kopiëren volgens de door u
geselecteerde instelling.
6. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen met kopiëren.
Het menu Snel kopiëren gebruiken
Met het menu Snel kopiëren kunt u snel kopieeropties instellen zonder
naar een onderliggend menu of ander tabblad te gaan. Dit menu beschikt
echter niet over alle kopieeropties. Als u andere kopieeropties wilt
gebruiken, gebruikt u de kopieeropties in het menu Kopie (zie "De
instellingen per kopie wijzigen" op pagina 53 of "Bijzondere kopieerfuncties
gebruiken" op pagina 56).
1. Druk in het scherm op Snel kopiëren.
2. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of
plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de
glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 39).
3. Pas de instellingen voor elke kopie aan, zoals Verklein/Vergrot,
Dubbelzijdig/X-op-1, Uitvoer, Papierinvoer, etc.
U kunt de standaardopties voor Snel kopiëren in Machine
instellen > Toepassingsinstellingen > Instellingen voor
kopiëren op het weergavescherm instellen. Stel de meest
gebruikte kopieerinstellingen in.
4. Voer indien nodig het aantal kopieën in met behulp van het numerieke
toetsenbord op het bedieningspaneel.
5. Druk op
(Start) vanuit het bedieningspaneel om met kopiëren te
beginnen.
Kopiëren_ 65