Toestand
Papier kleeft aan
•
Controleer de maximale papiercapaciteit van
elkaar.
de lade (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 171).
•
Gebruik de geschikte papiersoort (zie
"Specificaties van de afdrukmedia" op
pagina 171).
•
Haal het papier uit de lade en buig het of
waaier het uit.
•
In vochtige omstandigheden kunnen
bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven
kleven.
Invoerprobleem met
•
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk
een aantal vellen
in de lade worden geplaatst. Plaats alleen
tegelijk.
papier van dezelfde soort en hetzelfde
formaat en gewicht.
•
Als het papier is vastgelopen doordat er
meerdere vellen tegelijk zijn ingevoerd,
verwijdert u het vastgelopen papier (zie
"Papierstoringen verhelpen" op pagina 139).
Afdrukpapier wordt
•
Verwijder vastgelopen papier in het apparaat.
niet ingevoerd.
•
Het papier werd niet goed in de lade
geplaatst. Verwijder het papier en plaats het
op de juiste manier in de lade.
•
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het
teveel aan papier.
•
Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat
aan de specificaties van het apparaat voldoet
(zie "Specificaties van de afdrukmedia" op
pagina 171).
•
Als een origineel niet wordt ingevoerd in het
apparaat, moet het rubbermatje van de DADI
mogelijk worden vervangen. Neem contact op
met een medewerker van de klantenservice.
Het papier blijft
•
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het
vastlopen.
teveel aan papier. Gebruik de multifunctionele
lade om af te drukken op speciale materialen.
•
U gebruikt een verkeerde papiersoort.
Gebruik alleen papier dat aan de specificaties
van het apparaat voldoet (zie "Specificaties
van de afdrukmedia" op pagina 171).
•
Er zitten mogelijk materiaalresten in het
apparaat. Open de voorklep en verwijder
eventuele resten.
•
Als een origineel niet wordt ingevoerd in het
apparaat, moet het rubbermatje van de DADI
mogelijk worden vervangen. Neem contact op
met een medewerker van de klantenservice.
Transparanten
Gebruik alleen transparanten die speciaal zijn
kleven aan elkaar in
bedoeld voor laserprinters. Verwijder elk
de
transparant zodra het is uitgevoerd.
papieruitvoerlade.
Enveloppen trekken
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten
scheef of worden
van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten
niet goed ingevoerd.
de envelop net raken).
Voorgestelde oplossingen
Problemen oplossen_ 155
Afdrukproblemen
Mogelijke
Toestand
oorzaak
Het apparaat
Het apparaat krijgt
drukt niet af.
geen stroom.
Het apparaat is niet
als standaardprinter
geselecteerd.
Controleer het volgende:
•
De voorklep is niet gesloten. Sluit de voorklep.
•
Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het
vastgelopen papier (zie "Papierstoringen
verhelpen" op pagina 139).
•
De papierlade is leeg. Plaats papier (zie "Papier in
de lade plaatsen" op pagina 41).
•
De tonercassette of de beeldeenheid is niet
geïnstalleerd. Installeer de tonercassette of de
beeldeenheid.
Neem contact op met een medewerker van de
klantenservice als er een systeemfout optreedt.
De
verbindingskabel
tussen de computer
en het apparaat is
niet goed
aangesloten.
De
verbindingskabel
tussen de computer
en het apparaat is
mogelijk defect.
De poortinstelling is
verkeerd.
Het apparaat is
mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Het
printerstuurprogram
ma is mogelijk niet
goed geïnstalleerd.
Het apparaat werkt
niet goed.
Voorgestelde oplossingen
Controleer of het netsnoer is
aangesloten. Controleer de
aan/uit-schakelaar en het
stopcontact.
Selecteer uw printer als de
standaardprinter in Windows.
Maak de kabel van het
apparaat los en sluit hem
opnieuw aan.
Sluit de kabel indien mogelijk
aan op een andere computer
die naar behoren werkt en druk
een document af. U kunt ook
proberen om een andere kabel
voor uw apparaat te gebruiken.
Controleer de
printerinstellingen in Windows
om vast te stellen of de
afdruktaak naar de juiste poort
wordt gestuurd. Als uw
computer meerdere poorten
heeft controleert u of het
apparaat op de juiste poort is
aangesloten.
Controleer de
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken om na te gaan of
alle afdrukinstellingen correct
zijn (zie "Voorkeursinstellingen
openen" op pagina 102).
Herstel de software van het
apparaat.
Kijk of het display van het
bedieningspaneel een
systeemfout aangeeft. Neem
contact op met een
medewerker van de
klantenservice.