Installatie
3.4 Installatie
3.4.1 Voorbereiding van de installatie
3.4.2 Installatie
Controleer of er voldoende ruimte voor de afwasmachine is op de installatie-
plaats.
Controleer of de juiste water- en elektriciteitsaansluitingen en een afvalleiding
aanwezig zijn op de installatieplaats.
Controleer de volgende punten alvorens de machine te plaatsen:
•
Controleer of de zekering voor de machine is uitgeschakeld en niet onder
spanning staat.
•
Verwijder het beschermplastic van de kanten die tegen de wand worden
geplaatst.
•
Als er gaten in de machine geboord moeten worden, moeten de gaten af-
gewerkt worden met een strip of soortgelijke bescherming.
•
Plaats de machine en controleer door middel van een waterpas of deze ho-
rizontaal staat. Stel de hoogte van de machine af met de poten. Wanneer
de machine gevuld is met water, controleert u opnieuw of de machine wa-
terpas staat.
WD-4S
12
Rev. R1 (201509)