LET OP
452117.66.23a · 1/2022-02 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
Bediening cascaderegelaar WPM 6.0
10 Programmabeschrijving
10.5
Hysteresis
In het menu kan voor verschillende vragen de zogenaamde hysteresis ingesteld worden.
De hysteresis vormt een "neutrale zone" rond de betreffende gewenste temperatuur. Is de
actuele temperatuur lager dan de met de hysteresis verlaagde gewenste temperatuur, dan
wordt een vraag herkend. Deze blijft zolang bestaat tot de actuele temperatuur de bovenste
grens van de neutrale zone overschreden heeft. Daaruit ontstaat een schakelcyclus rond de
gewenste waarde.
Hysteresis gewenste teruglooptemperatuur
Voor de verwarmingsvraag kan een hysteresis rond de gewenste teruglooptemperatuur
ingesteld worden.
Is de hysteresis groot, dan loopt de warmtepomp langer, waarbij de temperatuurschomme-
lingen in de terugloop overeenkomstig groot zijn. Bij kleine hysteresis verminderen de com-
pressorlooptijden en de temperatuurschommelingen zijn geringer.
Bij oppervlakteverwarmingen met relatief vlakke curves moet een hysteresis van
ca. 1 K ingesteld worden omdat een te grote hysteresis het inschakelen van de
warmtepomp kan verhinderen.
10.6
Aansturing van de circulatiepompen
Door de aansturing van de verwarmings-, warmwater- of zwembadcirculatiepomp wordt be-
paald naar waar de door de warmtepomp opgewekte warmte moet stromen. De gescheiden
bewerking van verschillende vragen maakt het mogelijk om de warmtepomp altijd met de mi-
nimaal mogelijke vertrektemperatuur te gebruiken om zo een energie-efficiënt gebruik te ga-
randeren.
Bij warmtepompen voor het verwarmen en koelen kunnen bijkomende koelcirculatiepompen
aangestuurd worden.
Pompbouwgroepen met terugslagkleppen zorgen voor gedefinieerde
stromingsrichtingen.
In de bedrijfsmodus zomer loopt de circulatiepomp om de 150 uur gedurende
1 minuut.
Hierdoor wordt verhinderd dat de as vastraakt.
10.6.1 Vorstbeveiliging
Onafhankelijk van de instellingen van de verwarmingscirculatiepomp lopen deze altijd bij
verwarmen, ontdooien en bij vorstgevaar. Bij installaties met meerdere verwarmingskringen
heeft de
2e/3e verwarmingscirculatiepomp dezelfde functie.
Voor het waarborgen van de vorstbeveiligingsfunctie van de warmtepomp mag de
warmtepompmanager niet spanningsvrij geschakeld worden en moet deze van
stroom voorzien zijn.
64-80
83324807