Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functiebeschrijving; Toekennen Van Prioriteiten; Verwarmings- En Koelkringen - Weishaupt WPM 6.0 Montage- En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

452117.66.23a · 1/2022-02 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
Bediening cascaderegelaar WPM 6.0

7 Functiebeschrijving

7
Functiebeschrijving
De cascaderegelaar neemt het in- en uitschakelen van max. 14 individuele warmtepompen
met warmtepompmanager, de regeling van max. 3 verwarmings-/koelkringen en de warm-
water- en zwembadbereiding over. Bij mono-energetische of bivalente installaties stuurt de
cascaderegelaar naast de vraag van de compressoren ook het inschakelen van de tweede
warmtegenerator. De vraag van de compressoren en het inschakelen van de 2e warmtege-
nerator wordt via een vermogensniveauschakeling gerealiseerd. Hierbij zijn er net zoveel
vermogensniveaus als er compressoren in de parallelle werking beschikbaar zijn, maximaal
echter 28. Met een extra warmtegenerator voor de bivalente of mono-energetische werking
staan maximaal 29 vermogensniveaus ter beschikking. De warmtepompmanager van de
verschillende warmtepompen zorgt voor de aansturing van de compressoren, warmwater-
en zwembadcirculatiepomp en van de primaire pomp (ventilator/glycolwatercirculatiepomp/
bronwaterpomp). Evenals de controle en aansturing van de additionele circulatiepomp die
het verwarmingswaterdebiet door de individuele warmtepomp garandeert.
7.1

Toekennen van prioriteiten

Voor een zo efficiënt mogelijke werking van de warmtepompmanagerverwarmingsinstallatie
worden door de cascaderegelaar de warmtepompmanagers van de verschillende warmte-
pompen met verschillende prioriteiten aangestuurd. Bij de combinatie van verschillende
warmtepomptypes worden de verschillende warmtepompen afhankelijk van de buitentempe-
ratuur aangestuurd:
Prioritair gebruik van lucht/water-warmtepompen boven een instelbare grenstemperatuur
Prioritair gebruik van glycolwater/water- of water/water-warmtepompen onder een instel-
bare buitentemperatuur
Om een zo uniform mogelijke verdeling van de looptijden te bereiken, wordt door de cas-
caderegelaar prioritair de compressor met de geringste looptijd gestart. De cascaderege-
laar krijgt een bevestiging van de individuele warmtepompen, herkent een vraag van ge-
blokkeerde warmtepompen en verschuift voor een optimale belasting de prioriteiten.
7.2

Verwarmings- en koelkringen

De aansturing van de mengkranen voor de 2e of 3e koelkring of in de bivalente werking de
bivalente mengkraan, wordt eveneens door de cascaderegelaar overgenomen. Andere ge-
mengde verwarmingskringen (maximaal 28) kunnen via de aansturing van de mengkranen
door de betreffende warmtepompmanagers van de verschillende warmtepompen gebeuren.
Een opgave van de gewenste waarde gebeurt hierbij aan de warmtepompmanager van de
betreffende warmtepomp en is niet via de cascaderegelaar mogelijk.
52-80
83324807

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave