452117.66.23a · 1/2022-02 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
Bediening cascaderegelaar WPM 6.0
10 Programmabeschrijving
Voor een externe blokkering van het warmtepompbedrijf die na max. 2 uur niet
automatisch teruggezet wordt, moet de externe blokkeringsingang (contact X3/A2)
gebruikt worden. Bij onderschrijding van de minimaal toegestane
teruglooptemperatuur wordt ook bij een voorhanden blokkeersignaal de
warmtepomp vrijgegeven.
10.2.2 Netbelasting
De netinschakelbelasting is een vereiste van het energiebedrijf. Na het terugkeren van de
spanning of na een energiebedrijfsblokkering kan deze tot 200 seconden duren. De netbe-
lasting kan niet omzeild worden.
10.2.3 Minimumstilstandtijd
Voor een voldoende drukcompensatie in de koelkring en ter bescherming van de warmte-
pomp kan het opnieuw inschakelen van de compressor tot 5 minuten duren. De warmte-
pomp start na het verstrijken van de minimumstilstandtijd om dan aan een vraag te voldoen.
De minimumstilstandtijd kan niet omzeild worden.
10.2.4 Schakelcyclusblokkering
Volgens de aansluitvoorwaarden van het energiebedrijf mag de warmtepomp slechts 3 keer
per uur inschakelen. De warmtepompmanager zal daarom slechts maximaal om de 20 mi-
nuten een inschakeling mogelijk maken.
10.3
2e warmtegenerator
10.3.1 Aansturing van dompelweerstanden
In mono-energetische installaties worden elektrische additionele verwarmingen gebruikt.
Deze worden afhankelijk van de warmtebehoefte in- of uitgeschakeld als in het voorconfigu-
mono-energetisch
ratiemenu de werkwijze "
onderschreden wordt.
10.3.2 Constant geregelde verwarmingsketel
Bij dit keteltype wordt het ketelwater bij vrijgave van de cascaderegelaar altijd op een vast
ingestelde temperatuur (bijv. 70 °C) opgewarmd. De ingestelde temperatuur moet zo hoog
ingesteld worden dat ook de bereiding van sanitair warm water indien nodig via de ketel
kan gebeuren. De regeling van de mengkraan wordt door de cascaderegelaar overgeno-
men, die indien nodig de ketel aanspreekt en zoveel heet ketelwater bijmengt dat de ge-
wenste terugloop- en warmwatertemperatuur bereikt wordt. De ketel wordt via de uitgang
2e warmtegenerator van de cascaderegelaar aangevraagd en de werking van de
2e warmtegenerator moet op "constant" gecodeerd worden.
10.3.3 Glijdend geregelde verwarmingsketel
In tegenstelling tot een constant geregelde ketel levert de glijdend geregelde ketel direct de
met de buitentemperatuur overeenkomende verwarmingswatertemperatuur. Het drie-weg-
omschakelventiel of vier-weg-omschakelventiel heeft geen regelfunctie, maar alleen de taak
om de verwarmingswaterstroom afhankelijk van de bedrijfsmodus langs de ketelkring of
door de ketel uit te voeren.
Bij de zuivere warmtepompmodus wordt het verwarmingswater langs de ketel geleid om
verliezen door warmteafstraling van de ketel te vermijden. Is al een weersafhankelijke bran-
derregeling voorhanden, dan moet de spanningstoevoer naar de branderregeling bij uitslui-
tende warmtepompmodus onderbroken zijn. Hiervoor moet de aansturing van de
verwarmingsketel aan het functieblok "bivalent" van de cascaderegelaar worden aangeslo-
ten en de werking van de 2e warmtegenerator moet op "glijdend" gecodeerd worden.
De curve van de branderregeling wordt volgens de cascaderegelaar ingesteld.
61-80
" gekozen en de ingestelde grenstemperatuur
83324807