Indien
Waarde "verwarmingscurve-
eindpunt" 2 °C tot 3°C hoger
te koud
Waarde "verwarmingscurve-
eindpunt" 2 °C tot 3°C lager
te warm
452117.66.23a · 1/2022-02 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
Bediening cascaderegelaar WPM 6.0
8 Energie-efficiënte werking
8.1.2
Optimalisatie van de verwarmingscurve
Er zijn twee instellingsmogelijkheden voor de optimalisatie van de verwarmingscurve:
Verandering van de stijging door een hoger of lager "Verwarmingscurve-eindpunt"
Verhogen of verlagen van de totale verwarmingscurve met de toetsen plus en min
onder -7 °C
Plus
1 °C tot 2 °C schaaldelen hoger
Min
1 °C tot 2 °C schaaldelen lager
8.2
Ruimtetemperatuurregeling
Vooral bij hooggeïsoleerde huizen en open bouwwijze of de verwarming van individuele
grote ruimtes kan de berekening van de gewenste teruglooptemperatuur via de ruimtetem-
peratuur van een referentieruimte gebeuren.
Regelingsgedrag
Hoe groter de afwijking van de ruimte- van de gewenste ruimtetemperatuur, hoe sneller de
gewenste teruglooptemperatuur aangepast wordt.
Indien nodig kan door de instelbare intervalwaarde (I-waarde) de reactietijd veranderd wor-
den. Hoe groter de intervalwaarde, hoe langzamer de aanpassing van de gewenste ruimte-
temperatuur gebeurt.
De minimale gewenste teruglooptemperatuur past zich automatisch aan de ingestelde ruim-
tetemperatuur aan. Als dit niet gewenst is, dan bestaat de mogelijkheid om deze in het menu
Verwarmingskring - minimale teruglooptemperatuur
"
zigen.
Voorwaarden:
Voor installaties met stille koeling wordt voor de kamertemperatuurregistratie de referen-
tieruimteregelaar RTM Econ gebruikt.
Deactivering van een evt. voorhanden individuele ruimteregeling in de referentieruimte
Als invoer van een maximale gewenste teruglooptemperatuur wordt de benodigde terug-
looptemperatuur bij normdimensioneringstemperatuur aanbevolen.
Gelijkmatige gewenste ruimtetemperatuur met zoveel mogelijk afzien van verhogingen en
verlagingen
Bij activering van de ruimtetemperatuurregeling resp. wijziging van de gewenste
ruimtetemperatuur kan het in het begin tot het doorschieten van de ruimtetempe-
ratuur komen.
Buitentemperatuur
-7 tot +7 °C
56-80
boven +7 °C
Plus
1 °C tot 2 °C hoger en waarde
"verwarmingscurve-eindpunt" 2 °C
tot 3 °C lager
Min
1 °C tot 2 °C schaaldelen lager en
waarde "verwarmingscurve-
eindpunt" 2 °C tot 3 °C hoger
" van "automatisch" in "manueel" te wij-
83324807