Parameter
Instelling
Protocol
Netwerk
Adres
Baudsnelheid
Pariteit
Stoppbits
IP-adres
Netmask
Gateway
NWPM
DNS1
instellingen
DNS2
Helderheid
Lichtlijst
Herstart
Display
452117.66.23a · 1/2022-02 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
Bediening cascaderegelaar WPM 6.0
4 Gebruikersniveau
Met de instelling protocol wordt het type van de inge-
bouwde interface en tegelijk het overdrachtprotocol
vastgelegd.
Bij gebruik van modbus moet aan elk in het net voorhan-
den eindapparaat een adres toegewezen worden. Via dit
adres wordt het gewenste eindapparaat aangesproken.
Bij het gebruik van modus moet de baudsnelheid aan de
systeembaudsnelheid aangepast worden. Er moet gega-
randeerd zijn dat aan beide zijden van de communicatie
dezelfde baudsnelheid ingesteld is.
Als Modbus gekozen is, kan hier de pariteit worden
gekozen.
Als Modbus gekozen is, kunnen hier de stopbits worden
gekozen.
Uitlezen van het IP-adres
Uitlezen van het subnetmasker
Uitlezen van het gateway-adres
Uitlezen van het DNS1-adres
Uitlezen van het DNS2-adres
Instellen van de displayhelderheid
Instellen of de lichtlijst "permanent aan" en dus groen
brandt of "permanent uit" moet zijn.
Er kan ook manueel een herstart van het display worden
uitgevoerd zonder de spanningsvoorziening compleet van
de warmtepomp los te koppelen.
22-80
Instelbereik
LAN
MODUS RTU
EIB / KNX
MODBUS TCP
000 ... 001 ... 199
1200
2400
4800
9600
19200
None
Even
Odd
1
2
000 ... 255
000 ... 255
000 ... 255
000 ... 255
000 ... 255
0 ... 255
Aan / Uit
Ja
83324807