Parameter
6.11
Mengkr. looptijd
6.12
Ruimtereg.
grenstemperatuur
6.13
Ruimtereg.
hysteresis onder
6.14
Ruimtereg.
hysteresis boven
6.15
Ruimtereg. vertrek
6.16
Ruimtereg. vertrek
manueel
6.17
Stille koeling
dauwpuntafstand
6.18
Verwarming M13
6.19
Verwarming M13 manueel
6.20
Koeling M13
6.21
Koeling M13 manueel
Parameter
7.1/8.1
Temperatuurvoeler
7.2/8.2
Stookcurve eindpunt
(-20°C)
7.3/8.3
Stookcurve parallelle
verschuiving
452117.66.23a · 1/2022-02 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
Bediening cascaderegelaar WPM 6.0
5 Installateursniveau
Instelling
Afhankelijk van de gebruikte mengkraan is de looptijd tussen de eind-
standen OPEN en TOE verschillend. Om een optimale temperatuurre-
geling in de 1e verwarmings-/koelkring te bereiken, moet de
mengkraanlooptijd ingesteld worden.
Onder de ingestelde grenstemperatuur wordt bij een geactiveerde
Smart-Grid-functie met een lager ingestelde gewenste ruimtetempera-
tuur voor een oververhitting geen rekening gehouden.
Om het onnodig schakelen van de instelventielen te verhinderen, is het
mogelijk om de hysteresis voor het openen en sluiten van de instelven-
tielen afhankelijk van de gewenste ruimtetemperatuur aan de werke-
lijke ruimtetemperatuur aan te passen.
Er kan ingesteld worden of bij ruimteregeling de voor de mengkraan
benodigde vertrektemperatuur automatisch, via de vastgestelde sprei-
ding van het systeem of manueel gebeurt.
Verhoging van de minimaal toegestane vertrektemperatuur die uit de
meetwaarden van de ruimteklimaateenheid 1 berekend wordt. Een
verhoogde waarde vermindert het gevaar voor condensvorming.
Instelling van het toerental van de elektronisch geregelde circulatie-
pomp (M13) in de verwarmingsmodus.
Instelling van het toerental van de elektronisch geregelde circulatie-
pomp (M13) in de koelmodus
5.15
2e/3e verwarmings-/koelkring
2e stook-/
3e stook-/
koelkring
koelkring
Instelling
Is de voeler voor de 2e/3e verwarmingskring in het vertrek of de terug-
loop geïnstalleerd? Bij instelling terugloop wordt de berekende
gewenste waarde 2e verwarmingskring ook voor de verwarmings-
vraag warmtepomp gebruikt. Bij instelling vertrek alleen voor de
mengkraanbesturing.
Het verwarmingscurve-eindpunt moet conform de dimensionering van
de warmtepompverwarmingsinstallatie ingesteld worden. Hierbij moet
afhankelijk van de voelerplaatsing de maximale vertrek- of terugloop-
temperatuur ingevoerd worden.
Parallelle verschuiving van de ingestelde verwarmingscurve voor de
2e/3e verwarmingskring. Eenmalig indrukken van de pijltoetsen ver-
schuift de verwarmingscurve met 1K naar boven (warmer) of naar
onderen (koeler).
37-80
Instelbereik
1 ... 4 minuten ... 6
15 ... 19 °C ... 30
0.0 ... 0.3 K ... 2.0
0.0 ... 0.8 K ... 2.0
manueel / automa-
tisch
0 ... 5 K ... 10
1.5 ... 3.5 K ... 5.0
manueel
Trap 1
Trap 2
Trap 3
automatisch
30 ... 50 % ... 100
manueel
Trap 1
Trap 2
Trap 3
automatisch
30 ... 50 % ... 100
Instelbereik
Terugloop / vertrek
20 ... 30 °C ... 70
-19 ... 0 K ... 19
83324807