Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Energie-Efficiënte Werking; Van De Buitentemperatuur Afhankelijke Verwarmingscurve - Weishaupt WPM 6.0 Montage- En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

452117.66.23a · 1/2022-02 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
Bediening cascaderegelaar WPM 6.0
8 Energie-efficiënte werking
8
Energie-efficiënte werking
Gebeurt de verwarmingsmodus afhankelijk van de buitentemperatuur, dan berekent de cascade-
regelaar uit de ingestelde verwarmingscurve en de actuele buitentemperatuur een gewenste te-
ruglooptemperatuur.
De verwarmingscurve moet op de berekende maximale teruglooptemperatuur van het verwar-
mingssysteem ingesteld worden. Met de toetsen plus
warmingscurve parallel naar boven of onderen verschoven worden om de werkelijk gewenste
ruimtetemperaturen te bereiken.
Regeling via de teruglooptemperatuur
De regeling van een warmtepomp-verwarmingssysteem via de teruglooptemperatuur biedt
volgende voordelen:
1)
Lange looptijden van de warmtepomp met van de behoefte afhankelijke opwarming van het
volledige gecirculeerde verwarmingsvolume.
2)
Registratie van de storingsgroottes van het verwarmingssysteem.
3)
Een reductie van het temperatuurverschil leidt bij constante teruglooptemperatuur tot lagere
vertrektemperaturen en zo tot een efficiënter gebruik.
TIP
De verwarmingscurve moet zo hoog als nodig en zo laag mogelijk ingesteld worden!
8.1

Van de buitentemperatuur afhankelijke verwarmingscurve

De verwarmingscurve moet - afzonderlijk voor 1e en 2e/3e verwarmingskring - aan de plaatselijke
en bouwkundige omstandigheden aangepast worden, zodat ook bij wisselende buitentemperatu-
ren de gewenste ruimtetemperatuur bereikt wordt. Bij een stijgende buitentemperatuur wordt de
gewenste teruglooptemperatuur verlaagd en dit zorgt zo voor een energie-efficiënt gebruik van de
verwarmingsinstallatie.
1)
In de instellingen wordt de maximale benodigde teruglooptemperatuur bij –20 °C buitentem-
peratuur ingevoerd. Doel is het bereiken van een gemiddelde, constante ruimtetemperatuur,
ook bij wisselende buitentemperaturen.
2)
Alle verwarmingscurves raken elkaar bij een buitentemperatuur van +20 °C en een terugloop-
temperatuur van +20 °C, d.w.z. dat in dit bedrijfspunt geen verwarmingsvermogen meer ver-
eist wordt. Via de balkindicatie (toetsen plus en min) kan dit bedrijfspunt tussen 5 °C en 30 °C
langs de schuin gemarkeerde as verschoven worden. Daardoor verschuift de volledige ver-
warmingscurve met een constante waarde van 1K per balkeenheid parallel naar boven of
naar onderen. Deze instelling kan de gebruiker volgens zijn individuele temperatuurwensen
uitvoeren.
3)
Elke verwarmingscurve wordt door de maximaal ingestelde waarde begrensd. Naar onderen
wordt elke verwarmingscurve op de waarde 18 °C (lucht-WP) resp. 15 °C (glycolwater- of
water-WP) begrensd.
60
Verwarmingscurve parallel
verschoven (warmer) met
55
verwarmingscurve
maximum 50°C
50
Verwarmingscurve
bijv. radiatoren
45
40
35
Verwarmingscurve
30
bijv. vloer
25
Verwarmingscurve
parallel verschoven
20
(kouder)
15
10
5
0
-20
-15
54-80
10
Kouder
5
-10
-5
0
5
10
Buitentemperatuur in °C
en min
kan klantspecifiek de ver-
Warmer
30
25
20
15
15
20
25
30
35
83324807
40

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave