9. Technische gegevens
9.1 Bedrijfscondities
9.1.1 Omgevingstemperatuur
Overschrijd de maximaal toegestane
omgevingstemperatuur op het typeplaatje
van de motor niet. Als niets wordt vermeld,
is de toegestane maximale
omgevingstemperatuur 40 °C.
Maximale omgevingstemperatuur 55 °C (131 °F).
9.1.2 Vloeistoftemperatuur
Vloeistoftemperatuur: -40 tot +150 °C (-40 tot +302
°F).
De maximale vloeistoftemperatuur hangt af van het
type mechanische asafdichting en het pomptype.
Afhankelijk van de gietijzeren uitvoering en de
pomptoepassing kan de maximale
vloeistoftemperatuur beperkt worden door plaatselijke
wet- en regelgeving.
De maximale vloeistoftemperatuur staat vermeld op
het typeplaatje van de pomp.
Als de pomp wordt gebruikt voor
vloeistoffen met een hoge temperatuur,
kan de levensduur van de asafdichting
afnemen. Wellicht is het nodig om de
asafdichting vaker te vervangen.
9.1.3 Maximale werkdruk en testdruk
Overschrijd de maximale werkdruk die
vermeld staat op het typeplaatje van de
pomp niet.
De druktest is uitgevoerd met water dat anti-
corrosieve toevoegingen bevat bij een temperatuur
van 20 °C (68 °F).
Bedrijfsdruk
Druktrap
[bar]
PN 6
6
PN 6 / PN 10
10
PN 16
16
PN 25
25
De pompen voldoen aan IEC 60335-2-51 als ze
worden gebruikt in gesloten verwarmings- of
koelsystemen.
De pompen voldoen aan IEC 60335-2-51 als ze
worden gebruikt in servicewater en de maximaal
toelaatbare werkdruk die op het typeplaatje van de
pomp staat, is gelijk aan of hoger dan 1,0 MPa.
Testdruk
[MPa]
[bar]
[MPa]
0.6
10
1.0
1.0
15
1.5
1.6
24
2.4
2.5
38
3.8
9.1.4 Voordruk
Voor een optimale en stille werking van de pomp
moet de voordruk (systeemdruk) correct worden
ingesteld.
Voor de berekening van de specifieke voordruk
neemt u contact op met Grundfos of raadpleegt u het
boekje voor de TP, TPD, TPE, TPED, TPE2, TPE2 D,
TPE3, TPE3 D, indien beschikbaar.
De totale druk van de voordruk en de pompdruk moet
lager zijn dan de maximale werkdruk die op het
typeplaatje van de pomp staat vermeld.
De pompen voldoen aan IEC 60335-2-51 als de
maximale voordruk gelijk is aan of minder is dan de
helft van de maximale werkdruk die staat vermeld op
het typeplaatje van de pomp.
9.1.5 Maximaal debiet
Overschrijd het maximale debiet niet, want
er bestaat een risico op bijvoorbeeld
cavitatie en overbelasting.
De minimale en maximale debieten en totale
opvoerhoogten kunnen worden afgelezen uit de
pagina's met capaciteitscurves in de relevante
databoekjes of uit een curve voor een specifieke
pomp bij selectie in het Grundfos Product Center. Zie
www.grundfos.com.
9.2 Beschermingsklasse
Gesloten afvoertule in motor: IP55
Open afvoertule in motor: IP44. Zie de onderstaande
afbeelding.
A
Aftapgat (A) in motorflens
9.3 Elektrische gegevens
Zie het typeplaatje van de motor.
9.4 Geluidsbelasting
Het geluidsdrukniveau van de pomp met
eenfasemotoren is lager dan 70 dB(A).
Het geluidsdrukniveau van de pomp met
driefasenmotoren wordt weergegeven in de
onderstaande tabel.
A
25